281 vuur te ontrekken Tot aanbeveling had kunnen strekken de mede- deeling dat men hem zoo gaarne in massa wilde neerschietenW aar- om, wanneer dat neerschieten zoo gemakkelijk washeeft de Lui tenant-Kolonel Van der Heijden op den 12e" Februari 1874, bij het nemen van Bital, dan niet gezorgddat de vijand eenige houderden op het slagveld liet liggen Of waarom deed Pel dat niet op den 15cn Februari 1874? Of waren de ingekomen berichten, die vol gens het journaal van den opperbevelhebber, Javasclie Courant" dd. 10 Maart 1874, vermeldden, dat de vijand bij Ketapang Doea 200 gesneuvelden had, volkomen juist? Zoo ja, dan was het flink pak, waarvan O. spreekt, gegeven zonder de voldoende uitwerking, die O. meent, dat een dergelijk verlies des vijands waarschijnlijk zou moeten gehad hebben. Heeft O. aan die twee, op last van Van Swieten ondernomen tochten niet gedacht? Bracht Pel den vijand later niet telkens zware slagen toe Leed deze in de gevech ten tegen Wiggers van Kerchem geene zware verliezen Beteekende liet nemen van Senelop en van de mesigit van Montassih door Van der Heijden niets? Was het veroveren der mesigit van Indrapoeri niet geschikt om indruk te maken? Toch heeft men de vallei van Groot-Atjeh moeten verwoesten en ontvolken, alvorens wij meester werden van de streek, die wij, willen wij meester blijven, volgens hot noodgeschrei der militaire voorstanders van de agressieve politiek met 6000 man moeten blijven bezettenwaarin volgens hen zij zijn waarschijnlijk in hun recht civiel en militair bestuur in ééne hand moeten blijven en waarin, weinige dagen geleden, weinige minuten van onze hoofdstelling, in het vroegere bivak van den Generaal Van Swietende door ons ingevoerde bevolking zoo werd beschoten, dat gesneuvelden en gewonden vielen en nu nog kogels in den Kraton terecht kwamen. Begrijpt O., dat alles wetende, nog niet, waarom de bevelhebber der 2° expeditie a tort et a travers aan zijn stelsel bleef hechten? Is hij nog niet overtuigd, dat die Generaal Nederland wenschte te Bij Gedoun'/ wordt positief alleen gesproken van 180 dooden, waarvan wij de lijken vonden. Overigens van 500 dooden en gewonden, natuurlijk volgens berichten, SocrianLambavoeGarouwenz. Ik wijs er eenige bladzijden vroeger op,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1881 | | pagina 288