282 behoeden voor de rampen, die hij voorzag, dat zouden voortvloeien uit het voortdringen in 's vijands land Of moet een opperbevelhebber toegeven aan zijn militair instinct, dat aanzet om vooruit te gaan, zonder rekening te houden met de gevolgen? Wel blind is hij, die nog niet inziet, dat het innemen eener beperkte stelling, zoo als Van Swieten die wenschte, weldra zoo bevestigd, dat de vijand telkens en weder telkens het hoofd moest stooten, verreweg ver kieslijk was geweest boven het te vuur en te zwaard veroveren van een land, dat juist daardoor nog jaren lang een kanker voor onze finantiën en eene krachtsverzwakking voor ons leger zal zijn? Hoeveel schatteu en menschenlevens zijn er besteed tot het ver krijgen van clie treurige uitkomst? Slot volgt.)

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1881 | | pagina 289