- 22 Dat verschil is b. v. duidelijk te herkennen ten aanzien van: 1° de macht en de bevoegdheid van den militairen bevelhebberen 2° de competentie der militaire rechtbanken, die nu eens trïbu- naux militaires dan weer conseils cle guerre worden genoemd. Ten opzichte van de rechtsmacht der bedoelde rechtbanken laat de wet van 1849 o. i. niets raden. Door haar weet men, welke de politieke, administratieve en justitieele gevolgen zullen zijn van den staat van beleg. Zij heft, voor buitengewone gevallen geldende, voor zekere „crimes et délits," het ook voor Frankrijk bij de Grondwet gewaarborgde recht op, dat niemand aan zijn natuurlijken rechter onttrokken mag worden. Ook van het onvoorwaardelijk genot van twee andere grondwettige rechtende vrijheid van drukpers en het recht van vereeniging of vergadering is volgens de Fransche wetten dan geene sprake, waaruit volgt dat het Fransche recht erkent, dat er zich gevallen kunnen voordoen,., dat het krijgsrecht het gemeenezelfs het grondwettig recht beheerscht. Welke bijzondere bepalingen voor den staat van oorlog en beleg in de Fransche koloniën gelden, hebben we niet kunnen opsporen. Hoe voor Engeland de wetsbepalingen luiden voor den staat van oorlog en van beleg is ons evenmin bekend. Voor ons is het even wel voldoende, te weten, dat in de omstandigheden, waarin voor de Britsche koloniën de staat van oorlog of van beleg zal zijn ingetre den, het militair gezag bij het krijgsbeleid geheel onafhankelijk is van het civiel gezag. Wij lezen namelijk in de „Queen's regulations and orders for the Army," aangaande de verhouding tusschen het hoogste civiel en militair gezag in de koloniën: 40. The Governor of a colony, though bearing the title of Captain General or Commander-in-chief, is not, without special appointment from her Majesty, invested with the command of Her Majesty's regular forces in the colony. He is not therefore entitled to take the immediate direc tion of any military operations, or, except in case of urgent necessity, to communicate officially with subordinate military officers, without, the Section 2, ad III, Command in the colonies40 55, jaargang 1868 of 15 30, ad III, Section 2, jaargang 1873.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1881 | | pagina 29