331
Het vorenstaande geeft mij aanleiding, in dit tijdschrift in herinnering
te brengen, wat ik in het jaar 1873 in een der nummers van het dagblad
De Indiër schreef over het wegzenden met een briefje van ontslag. Dat
opstel luidt:
„„De aanvulling van ons Indisch leger blijft steeds een belangrijk
vraagstuk. In de Hollandsche bladen is de vraag behandeld, of wij de
macht bezaten Atjin te beoorlogen en of niet eene reserve in Nederland
noodzakelijk is. Al wat op de legersterkte invloed kan uitoefenen, is
zeer zeker van belang"".
„Onder bovenstaand opschrift bevat nu de „Varia" van het Militair
Tijdschrift110 1, vierden jaargang, eene opgave, waaruit blijkt, dat van
Juli 1871 tot Juli 1872 met een briefje van ontslag, dus wegens wange
drag, uit het Indische leger 95 Europeesclie militairen werden weggezonden".
„In betrekkelijken zin acht de mededeeler dat cijfer niet groot, wanneer
in het oog wordt gehouden, dat in 1871 in Nederland niet minder dan
52 plaatsvervangers en nummerverwisselaars werden weggejaagd en daar
het aantal van die categorie van militairen voorzeker veel geringer is
dan dat der militairen bij het Indisch leger".
„Wij kunnen niet zeggen, dat het zeer vereerend is voor de Europeesclie
militairen van het Indisch leger, zooals in bedoelde „Varia" geschiedt, op
gelijke lijn te worden gesteld, niet met de militairen van het Neclerland-
sche leger in 't algemeen, maai' met de daarbij ingelijfde plaatsvervangers
en nummerverwisselaars, dus met dat gedeelte, hetwelk vrij eenparig van
slecht gehalte wordt gehouden".
„Maar afgescheiden daarvan, vatten wij niet, hoe men er toe is kunnen
komen om zich in plaats als maatstaf van vergelijking alle weggejaagde
militairen van het Nederlandsche leger te nemen in verhouding tot alle
uit de gelederen verwijderde Europeesclie militairen van het Indisch leger,
daarbij natuurlijk de geheele sterkte ginds en hier in aanmerking nemen
de wat betreft het Nederlandsche leger, te bepalen tot het aantal
plaatsvervangers en nummerverwisselaars, daarbij aanwezig. Even goed
had men, wat Nederland aangaat, eene andere categorie van militairen
kunnen kiezen, om iets te noemen, vroegere bewoners der koloniën van
weldadigheid, gewezen bordeelhouders of dergelijken. Van dezen zou het
aantal nog kleiner, het gehalte daarentegen misschien nog slechter zijn
geweest dan dat der plaatsvervangers en nummerverwisselaars, zoodat dien
tengevolge het aantal weggejaagde Europeesclie militairen van het Indisch
leger in betrekkelijken zin nog minder groot zou zijn voorgekomen dan nu
reeds, afgaande op het aangevoerde in de „Varia", het geval zou zijn".