338
den lijder dadelijk een goed sluitend transportverband aan te leggen en
hem in een doelmatig zieken vervoermiddel tc transporteeren. De door
liem uitgevonden raderbrancard en zijn rottanverband worden daarbij
nog eens ter sprake gebracht.
Dit laatste mag echter, zoo als de schrijver zegt. bijna alleen tot
transportverband gebezigd worden. Is de lijder eenmaal in het hospitaal
opgenomen, dan moet het vervangen worden door het beter aansluitend
gipsverband.
Wil men dit gipsverband weder wegnemenwat toch dikwijls nog
tijdens het genezen van de breuk noodzakelijk is, dan ondervindt men
daarbij nog al cenige moeilijkheden, omdat het wegens zijne hardheid
moeilijk kan worden doorgeknipt on soms moet worden doorgebijtelden
wijl de gips daarbij afbrokkelt. Dit alles oefent een storenden invloed
uit op de genezing van de breuk en veroorzaakt den lijder veel pijn.
Om dit nu te voorkomen, bestrijkt de schrijver het gipsverband,
nadat het is aangelegd, met ongekookte lijnolie („die met 10°/o phenyl-
zuur voorzien is"). Deze olie vult de poriën van het gips aan en vormt
hiermede eene taaie veerkrachtige massa.
Het zoo ontstane lijnolie-gipsverband kan gemakkelijk gedesinfecteerd
en gewasschen wordenwordt niet doordrongen van etter en bloedis
gemakkelijk weg te nemen en brokkelt daarbij niet af.
De schrijver haalt daarna ecnige gevallen aan, waarin de voordeelen
van dit verband duidelijk in het oog springen.
In het tweede gedeelte zijner brochure zegt de schrijver, dat men de
helpers tot het doen van uit- en tegenrekking bij het herstellen van eene
beenbreuk kan ontberen, wanneer men den lijder in eene hellende lig
ging plaatst en het lid aan een gewicht over oen katrol bevestigt, voor dat
men het gipsverband aanlegt. Ilij heeft echter dit denkbeeld zelf nog
niet in toepassing gebracht en maakt het alleen tot proefneming bekend.
Het derde gedeelte der brochure, dat aver het maken van gipsafdruk
ken door middel van het lijnolie-gipsverband handelt, kan ons weinig
belang inboezemen.
Aan de brochure is eene plaat toegevoegdwaarvan de figuren voor
namelijk betrekking hebben op het tweede gedeelte.
X.