339
De Remington-karabijn als cavalerievuiir-
wapen in Nederland en Ned.-Indië. Met
■welke karabijn behoort de Cavalerie van
het Ned.-Indische leger bewapend te worden?
door E. K. A. De Neve. le Luitenant van
het O.-l. leger, 's GravenhageG-ébr. Van
Cleef1881.
De titel van liet boekje en de naam van een Indisch officier zijn reeds
voldoende redenen tot belangstelling van bet Indische militaire publiek.
De schrijver treedt voor het eerst in het openbaar op met eene bro
chure en maakt zich bekend. Dit zegt reeds veel; want hoewel het
autoriteitsgeloof in de laatste jaren aanmerkelijk is verzwakt, wordt er
nog maar al te dikwerf gevraagd: door wien is dit vlugschrift of dat
artikel geschreven, in stede van: zijn de daarin voorkomende opmerkin
gen waar, de gevolgtrekkingen juist? Hij, die de waarheid wil,
vraagt niet: wie is de schrijver, maar onderzoekt alleen: wat wil de
schrij ver
De le Luitenant De Neve is geen cavalerist, maar bezield met liefde
voor het Indische leger; hij is niet eenzijdig in zijne opmerkingen en
gevolgtrekkingen, terwijl hij lust in werkeu toont en op gepaste wijze
vrijmoedig zijne opinie durft uiten in het belang van zijn leger. Hij
bewijst zonder schoonklinkende woorden, doch overdrijft zonder het voor
en tegen van alle kanten te bezien en genoegzaam te overwegen; hij
toont aan door koude, doch welsprekende cijfers, welke soort van kara
bijn de voorkeur verdient, maar begaat eene enkele onjuistheid, waar
het de balistisclie quaestie betrefthij staaft het gebruik van Cavalerie
door voorbeelden uit de krijgsgeschiedenis van Europeesche legers, doch
schijnt geen volkomen zuiver begrip te hebben van hetgeen in Indië
met Cavalerie is te doen; hij verklaart zeer juist de noodzakelijkheid
van eene repeteerkarabijn voor onze Cavalerie tegen een buitenlandschen
vijanddoch ziet wel wat te veel over het hoofd, wat voor Cavalerie
noodig is tegen Inlandsche vijanden en maakt daardoor van eene ge-
wenschte verwisseling van eene achterland- met eene repeteerkarabijn
minder juist eene noodzakelijkheid; hij laat zien, dat hem de achterlaad-
en repeteerstelsels bekend zijn, maar schijnt de bezwaren te vergeten,
welke vóór het aannemen en invoeren van een nieuw wapen worden
ondervonden, als ook dat misschien nergens meer dan in Indië het
spreekwoord waarheid bevat: beter één vogel in de hand dan tien
in de lucht.