364 van 20 a 25 koelievrachtenwaardoor het aantal dwangarbeiders voor den op- en afvoer naar Anagaloeëng en Montassih kon vermin deren, ziedaar waarover bij het begin der krijgsoperatiën en later, toen de onzen op beide laatstgenoemde plaatsen werden vastgehou den, beschikt werd. Maar men had nog meer. Behalve dat alleswaren de werkkrachten, waarover do Genie in gewone tijden kon beschikken (het werkerscorps en de vrije Chinee- sche werklieden) grootendeels noodig voor de transportdienst ten be hoeve der colonnes in de XXII moekims en werden van de Chineesche koelies velen gebruikt, niet alleen voor den opvoer van vivres naar Lambaroemaar ook voor 't kappen van bosch in de nabijheid der veroverde stellingen of tot verbetering der communicatie Te Lambaroe1uur van den Kraton en door een karren weg daarmede verbonden, bevonden zich een hoofdvivresmagazijnge proviandeerd door de 900 Chineesche koelies, die de laatste weken voor het begin der operatiën tegen f 1.50 daags voortdurend levens middelen aanvoerden, en dat geregeld werd aangevuld; een tame lijk groot aantal pikolpaardenzoomede eene stapelplaats van genie materialen, die hoofdzakelijk door de geniewerkers werden aan gebracht. Daarenboven had men den rug geheel vrij. De YI, IYIXeen gedeelte der XXII en een gedeelte der XXVI moe kims, met het gebied van de Mesigit Baija en den Kraton waren veroverd door de voorgangers van den bevelhebber van 1878; de vijandelijke strijdkrachten en strijdmiddelen waren steeds afgenomen, de onze daarentegen aangegroeidzoodat zij diewaarover Van Swieten vóór of na het nemen van den Kraton beschikte, aanmer kelijk overtroffen. En toch stelt 0. zijne overtuiging tegenover de feiten en erkent hij slechts schoorvoetend, dat de omstandigheden in 1873 en 1878 niet meer „De Geniewerken te Atjeh", Indisch Militair Tijdschrift, 1879. De sterkte van het werkerscorps is hiervoor opgegeven 2117 hoofden. Daar onder 270 Chineezen. Telegram van 27 Juli. Bij Atoa en Kajoe Leh. Idem van 15 Augustus. Weg linker oever naar Pagar Aijer. Idem van 17 Augustus. Idem van Pagar Aijer naar oever tegenover Lampermei. Idem van 24 Augustus. Met een en ander voort gegaan. Idem van 29 Augustus. De versterking Lampermei wordt ook met Chinee- sche koelies gemaakt.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1881 | | pagina 371