368 Ik ging af op het aantal aanwezige bataljons, batterijen, enz. Het blijkt nu, dat ik voor geheel Atjeli 307 man te Yeel gerekend heb, omdat ik de bezetting der posten buiten Groot Atjelikort te voren ingekrompen, te hoog nam. O. vergeve mij die onnauwkeurigheid, vooral ook, omdat wanneer ik gedaan had, wat hij laat doorsche meren, dat ik gedaan heb, namelijk geniewerkers en dwangarbeiders mede gerekend, iets dat eigenlijk had behooren te geschieden, want zij vertegenwoordigen wel degelijk een deel der legermacht, de reke ning geheel anders was geworden. Dan had ik gekregen: Officieren en minderen10683 Dwangarbeiders 3022 Geniewerkers (Einde Maart 1879, zie de opgave in 't „Koloniaal Verslag" van 1879, bladz. 11, waar tevens wordt aangeteekend, dat zij dagelijks 1300 tot 1700 man voor de ageerende colonnes en 350 man voor de posten hadden af te staan)3725 Chineesche koelies (zie vroegere berekening)2000 samen19430 man. Laat O. tegenover die geduchte macht eens stellen de 5000 gezonde en zieke militairen en 2500 gezonde en zieke dwang arbeiders, waarover V. S. na het nemen van den Kraton beschikte, en deze, zoo hij verkiest, nog vermeerderen met de 1100 man, waar van de helft Barisan, die den 29on Januari aankwamen, daarbij overwegende, dat ons gebied in Atjeli in 1878 en 1879 eene zuiver militaire kolonie was, waarin allen, ook Chineesche kleinhandelaren, enz., ten voordeele kwamen van onze troepen, en laat hij daarna eens met de hand op het hart volhouden, dat zijn geschrift aan de eene zijde geene blijken draagt van onbillijke geringschatting en aan de andere zijde van overdrijving der te overwinnen bezwaren. Of zal hij nogmaals aanvoeren: ja, maar een gedeelte der macht, in de laatste helft van 1878 in Atjeli aanwezig, was gelegerd in den Kraton, een ander gedeelte, tusschen de 600 en 700 man, op Sterkte 1 April 1879. Vroeger, v/m Augustus 1878 t/m Maart 1879, -waren er gemiddeld 3426. Volgens den schrijver van het opstel „De geniewerken te Aljelimoest reeds in 1877 een personeel van 20000 koppen worden onder dak gebracht.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1881 | | pagina 375