30 EERSTE AFDEELING. BEWEGINGEN IN GESLOTEN OBDE. De richting en frontveranderingen. 1. Com1'0'8 1. Pelotonscommandantenpassen voorwaarts. 2. Rechts (links) richt u. Uitv. 1. De P.-C'i. en de uiterste guides der divisiën begeven zich voor waarts en worden door den B.-C'. in de richting bevestigd 1, C.-S.). De C.-On. gaan naar den rechter (linker) vleugel en zorgen voor den noodigen afstand tusschen de compagniën. 2. Het bataljon stelt zich in de richting. Zijn de divisiën behoorlijk gericht, dan commandeeren de C.-C11. staat. Moet de richting slechts worden verbeterd, dan commandeert de B.-C'. Naar de divisieverbetert de richting. Uitv.De S.-C™. stellen zich zooveel noodig in de richting der genoemde divisie en verbeteren de richting hunner sectiën; de C.-Cn. overtuigen zich hiervan. 2. Moet aan het bataljon eene richting worden gegeven, die met de frontlijn een aanmerkelijken hoek maakt, dan commandeert de B.-C'.: Van front veranderen op de 2de divisieden linker (rechter) vleugel voorwaarts marsch. 'Uitv. W-C". De commandant van de genoemde divisie stelt deze op de nieuwe frontlijn 2, C.-S.). De commandanten der overige divisiën comman deeren Met compagniescolonnes rechts (links) afmacheeren, waartoe zij op het W.-C". de compagniescolonnes laten formeeren. Bij de divisiën, die zich achterwaarts moeten begeven, gaat het commando Rechtsom keert vooraf. U.-GDe C.-C'. geleidt zijne colonne langs den kortsten weg naar de nieuwe frontlijn en doet haar, zoodra zij ter hoogte is gekomen van de plaats, die zij moet innemen, de linie formeeren. De commandanten der divisiën, welke zich achterwaarts hebben begeven, doen deze daarna rechtsomkeert maken.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1881 | | pagina 37