lijke procenten belovengeheel vergeten, dat het krijgskundig doel van
den oorlog ondergeschikt is aan het staatkundig doel en dat dit laatste
niet isden vijand zóó veel afbreuk te doen, dat later, van lien die wij
tot onze onderdanen willen maken, geheele familiënvan alles beroofd,
het land rondzwerven en niets beters kunnen doen dan den oorlog met
vertwijfeling voort te zettenonderwijl het land zelf, het land met
welks verovering wij voordeel beoogen, in eene wildernis is herschapen.
Wel had Von Clausewitz gelijk, toen hij het een onaanneembaar
en zelfs schadelijk onderscheid noemde, volgens welk eene groote
krijgsgebeurtenis of het plan er toe, alleen zuiver krijgskundig zou
mogen beoordeeld worden, ja zelfs beweerde, dat het eene geheel
verkeerde handelwijze is om, gelijk de kabinetten wel doen, bij het
maken van krijgsontwerpen, militairen te raadplegen, ten einde ze
er zuiver krijgskundig over zouden oordeelen.
Hoe dit ook zij, wij weten nu wat in den Atjehschen oorlog op
den voorgrond heeft gestaan. Terug met die achterladerswij moe
ten den vijand afbreuk doen. Doorgedrongen in het vijandelijke land
en onze strijdkrachten opgevoerd tot ver boven onze machtwij moe
ten den vijand afbreuk doen. De woningen van het volk, dat zijne
onafhankelijkheid verdedigt, verbrandzijne vruchtboomen omgekapt
en zijne velden verwoest; wij moeten den vijand afbreuk doen.
'Vrouwen en kinderen aan gebrek prijs gegeven en onze toekomstige
onderdanen herschapen in lieden, die niets meer te verliezen hebben,
in kwaadwilligendie wij stempelen als rijp voor de galg
wij moeten den vijand afbreuk doen!
Weet gij nu, volk van Nederlandwaar uwe batige saldo's zijn
gebleven? Is liet u bekend, Nederlanders in Indiê, waarom gij ge
bukt gaat onder den druk van belastingen? Begrijpt gij, Neder-
landscheIndische en ook Atjehsche moeders, waarom de lijken van
zoo veel meer uwer zonen dan noodig zou zijn geweest, wanneer het
militair instinct niet op den voorgrond had gestaan, Atjeh's braak
liggende velden nutteloos vet mesten? 't Was om den vijand af
breuk te doen! De hoofdreden is echter zelfs dat niet. Had de
Generaal Van Swieten niet aan het hoofd der 2e expeditie gestaan,
De gecursiveerde woorden zijn van O.