- 387
in niet bergachtige terreinen en in de kuststreken de veldvuurmond
onontbeerlijk is. Worden toch door den vijand veldbatterijen mede
gevoerd, wat volgens onze meening volstrekt niet onmogelijk en zelfs
zeei waarschijnlijk is, dan staan wij met onze bergbatterijen zóó
zeei tegenover hem in het nadeeldat weinige of geene uitwerking
zou verkregen worden. Wij zouden daarom niet wenschendat het
aantal veldbatterijen verminderd werd, doch haar wel veel beweeg-
baai der wenschen te maken, door het aanbrengen van geschikte
zitplaatsen voor de bedieningsmanschappen.
Mogelijk vinden wij later aanleiding om nader op deze quaestie en
meer gedetailleerd terug te komen.
Wanneer de schrijver van bovenbedoeld opstel spreekt over de
mortieren, die nu bij eene bergbatterij worden medegevoerd, zoo
vergist hij zich wat het aantal betreft en de paarden, die beschik
baar zouden komen, wanneer de mortieren bij de batterijen kwamen
te vervallen. Bij elke bergbatterij zijn 6 Coéhoorn-mortieren van
12<™ ingedeeldvoor het vervoer er van en van al de daarbij behoorende
munitie [dus ook der 2e linie] zijn benoodigd 24 draagpaarden. Voor
eene sectie kanonnen met al de daarbij behoorende munitie zijn ech
ter slechts noodig 2 rijpaarden, 4 trekpaarden en 12 draagpaarden,
totaal 18 paarden; dus eene besparing van 6 paarden.
Daar ook minder personeel voor eene sectie kanonnen dan voor
6 mortieren noodig iszoo zou eene indeplaatsstelling van 2
kanonnen voor de 6 mortieren in elk geval finantieel voordeelig zijn.
Vermits de schrijver voorstelt, de munitiekistjes der le linie op
tweeradige voertuigen in plaats van op draagpaarden te vervoeren, zijn
Ocuoigd te veronderstellen, dat hij weinig met de tegenwoordige
bergbatterijen gemarcheerd heeft of als hij geen artillerist is, heeft
zien marcheeren. Een ieder toch, die marschen heeft gemaakt in
geaccidenteerde terreinen, weet dat de draagpaarden weinig of geen
moeite of oponthoud veroorzaken, terwijl de voertuigen hoe licht en
beweegbaar zij ook zijn mogen, vooral bij het doorgaan van ravijnen,
modderwegen en sawah's, dikwijls geruimen tijd den marsch vertragen.
25
Mog,e de Seaohte schrüver aan dat goede denkbeeld uitvoering geven. Hij
behandelt hier immers eene zeer belangrijke quaestie. Redactie.