388
Daarenboven zullen iu dergelijke terreinen de paarden zich veel meer
vermoeien als trekpaard dan als draagpaard. Ook bij het overgaan
van smalle en zwakke bruggen, wanneer de voertuigen uit elkaar
moeten worden genomen, zal het oponthoud veel grooter zijn, wan
neer nog zes voertuigen aan de batterij werden toegevoegd, en zouden
bij elk voertuig voor munitie minstens 4 kanonniers moeten worden
ingedeeld, ten einde behulpzaam te zijn bij het aan- en afspannen,
het doorgaan van moeilijke terreinen en het uit elkaar nemen van
het voertuig.
Wij zullen het daarom eene gelukkige verbetering achten, wanneer
al onze bergbatterijen van muildieren voorzien zijn en ook vuurmon
den en affuiten gedragen en niet meer getrokken worden. Dit is
toch de ideale bergbatterij, die na veel oefening geen terrein meer
behoeft te ontzien en overal zal kunnen komen. De tegenwoordige,
zoogenaamde bergbatterijen gelijken nog te veel op lichte veldbat-
terijen, en dat mag niet het geval zijn. Daarom zijn wij groote voor
standers van eene strenge afscheiding tusschen Yeld- en Berg-artil-
lerie. Beide moeten alleen dit gemeen hebben, dat er goed en nauw
keurig mede gevuurd wordt; doch overigens, wat de bewegingen betreft,
moeten zij geheel van elkaar verschillen. Eene bergbatterij moet in
het geheel niet op het paradeplein, weinig op het exercitieterrein,
doch veel op het gevechtsterrein zijn. Langzaam, maar zeker moet
zij zich bewegen en geen weg of terrein, hoe onbegaanbaar ook,
schuwen om het aangewezen doel te bereiken.
Eene veldbatterij daarentegen moet op het parade- en exercitieplein
door vlugge en juiste bewegingen bewijzen kunnen geven van eene
groote mate van geoefendheid te hebben verkregen. Ook buiten deze
terreinen moet zij zich langs wegen, die daarvoor geschikt zijn, met
de noodige snelheid kunnen bewegen en het voorgestelde doel zoo
spoedig mogelijk bereiken.
Juli 1881.
Y. H. P.