392 met patroontascheene veldflescheen binocle of kijkereen tirailleur- fluit; een burnou of mantel en bandoulière; en naar verkiezing hand schoenen. Aan de officieren moest worden vergund om de hiervan in de magazijnen aanwezige artikelen op schuld te ontvangen. IY. Groot tenue. De attila van laken dan wel voor hoofdoffi cieren de groot tenue-attilla met schouderkleppen of passanten en schouderkwasten, welke laatste in dienst om den hals gedragen moeten worden, en een witte pantalon. In Europa vertoevende, wordt deze pantalon vervangen door een wit cachemiren, bij de hoofdofficieren met een gouden band op den naad en bij de subalterne officieren met eene gouden bies, daar het niet aangaat, te vorderen, dat Indische officieren in Europa in den winter op audiëntiënparadesenz in den wit linnen pantalon verschijnen. Yerder moet de groot tenue bestaan in Europa uit een wit piqué vest, met gouden knoopjes, en in plaats van fil d'Ecosse, witte zeemlederen handschoenen. Yoor de rest kan deze tenue zoowel in Indië als in Europa bestaan uit een helmhoed met zwarten of witten vederbos en een houwdegen. In dienst wordt hierbij de sjerp gevoegd. Bij de gewone partijen en diners bij deu Gouverneur-Generaal groot tenue zonder sjerp. Y. Galatenue. Zie groot tenue in dienst. In deze tenue verschijnen de officieren steeds op de audiëntiën bij den Gouverneur-Generaal en op galadiners en bals. Yoor hoofdofficieren is het dragen van de schouderkwasten bij alle diensten verplichtend. De sjerp wordt door de officieren gedragen in garnizoensdienst of wel in gevallen als afzonderlijk is dan wel mocht worden gelast. Het dragen van witte pantalons door officieren in commissie en officieren van piket na afloop der wachtparade, enz., kan door den commandeerenden officier worden toegestaan. Ieder officier moet voorzien zijn van een burnou ot mantel; hij kan dien buiten dienst naar verkiezing dragen, eerstgenoemde met of zonder attila; het gebruik van regenmantels, slikkappen, enz. moet toegestaan, het gebruik van parapluies door gewapende officieren ver boden worden. Alle bereden officieren moeten, wanneer zij in dienst te paard

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1881 | | pagina 399