406 tings liep daardoor meer gevaar van door den vijand in het nauw gebracht of overrompeld te worden, vooral wanneer hij kan nagaan, dat er weinig kans bestaat op spoedige hulp. In het eerste gedeelte van dit opstel is daarom reeds gezegd, waarom het beter is om de vijandelijke kampongs niet in den brand te steken. Daarom is het wenschelijk, dat, de colonnecommandant, vóór dat hij tot den aanval overgaat, den hoofden der hulptroepen ten strengste verbiedt om, zonder zijn last, bij do vervolging des vijands, tot het branden over te gaan. Mocht de colonnecommandant, nadat de hulptroepen weder verza meld zijn, van hunne hoofden vernemen, dat de vijand zich nog er gens hetzij in zijne kampongs of in eenige versterkte positie staande houdt, dan stelt hij, alvorens den strijd te hervatten, al het mogelijke in het werk, hem tot onderwerping over te halen, door met hem en de hoofden der hulptroepen in eene billijke schikking te treden. De colonnecommandant geve daartoe een bepaalden, kor ten, tijd van beraad, met de aanzegging, dat bijaldien hij zich niet onderwerpt, de aanval onzerzijds op nieuw zal beproefd worden met al de daaraan verbonden nadeelige gevolgen van het rooven en bran den der hulptroepen, waartoe alleen door zijn hardnekkigen tegen stand wordt overgegaan. Bij den hernieuwden aanval wordt echter evenmin eigendunkelijk door de hulptroepen tot het rooven en bran den overgegaan: de hoofden dezer troepen moeten wederom nadruk kelijk aangezegd worden, dat zij daartoe alleen op last van den co lonnecommandant bevelen mogen geven. Niettegenstaande het vijandelijk terrein door de vervolging der hulptroepen van den vijand, na den eersten aanval op hem, voldoende bekend is geworden en men thans weet, waar hij zich geposteerd heeft en welke zijne zwakste punten zijn, is het toch wenschelijk, dat de colonnecommandant even als dat vóór don eersten aanval is geschied en in het eerste gedeelte van dit opstel gezegd is aan een geoefend officier de verkenning der vijandelijke positie opdrage en hij deze daarna zelf in oogenschouw neme om daarop zijn plan tegenwoordige geslacht weinig bekend werkje van den Luitenant-Kolonel Vermeulen Kriegerin 1829 te Breda uitgegeven en getiteld: Oost-Indische oorlogen of listen, hinderlagen, enz."

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1881 | | pagina 413