414
vaardig wezen. Een goed commandant eener mobiele colonne is
iemand, die den geest der bevolking kent en onlusten of opstanden
kan voorkomen. Hoe strenger en billijker hij ishoe meer eerbied
de bevolking voor hem zal hebben.
In het eerste gedeelte van dit opstel is gezegd, dat Cavalerie in
den oorlog op Sumatra niet gebruikt kan worden. Dit heeft be
trekking op onzen bentingoorlog tegen den Inlandschen vijand.
Wel zal daarentegen de Cavalerie zeer goed gebruikt kunnen wor
den in pas onderworpen landstreken om haar bij de mobiele colonnes
in te deelen.
In den uitersten nood mag men, tegenover den vijand op Sumatra
strijdende, tot een terugtocht besluiten. In een Europeeschen oor
log wordt een terugtocht door den vijand niet altijd als eene zwak
heid beschouwd; soms heeft die plaats om onze tegenpartij op een
voor ons voordeeliger terrein te lokken. De Sumatraansche vijand
houdt zich met die beschouwing niet op. Een terugtocht is bij
hem onvoorwaardelijk een slecht teeken en daardoor wordt zijn
moed aangewakkerd en hebben onze troepen geleerd, dat elke over
winning op hem, na elke achterwaartsche bewegingmoeilijker werd
en ons meer verliezen berokkende dan bij het doorzetten van den
eersten aanval zoude plaats gehad hebben.
Ten einde nu zoo zelden mogelijk te moeten terugtrekkenis het
een eerste vereischte, dat de colonnecommandant elke versterking
goed laat verkennen, voor dat hij zijn plan van aanval heeft gemaakt.
Die versterking staat meestal niet geisoleerdmaar vormt om
geven door eene loopgracht, bamboe-doeriheggen en eenige hoogten,
heuvels of een bergrug met de daarachter gelegen kottas of
kampongs, die ook versterkt zijn, ééne defensieve stelling van soms
vier liniën, met flankverdediging en omgeven door kreupelhout,
bosch of eene borstwering. De bentings op Sumatra hebben na
tuurlijk ook hare zwakke punten, en deze moeten opgespoord wor
den om in de benting te komen. De colonnecommandant moet
namehjk trachten, met zijn troep de vijandelijke sterkte binnen te
dringenwant dit is volstrekt noodzakelijkwanneer men soms
Gredurende den Padri-oorlog gebruikte men daarvoor djaijang-sekars