415 mocht denkendat de vijand alleen dooi' ons infanterie- en artille rievuur uit zijne beatings te verdrijven is; hij zal, achter zijne borst wering' en bainboe-doeriheggen zittende, van dat vuur gewoonlijk weinig te lijden hebben; hij zal ons daarentegen met zijn geweer vuur veel meer kunnen teisteren. Biedt de benting om zoo te zeggen geen enkel zwak punt aan dan moet al het artillerievuur op één punt der benting geconcentreerd worden. Merkt de colonne commandant op, dat de verdediger van dat punt wijkt, dan laat hij daarop onmiddelijk zijne sapeurs aanrukken, om in dat gedeelte der benting eene opening te kappen, waardoor zijne aan- valscolonne kan binnendringen. Wordt hij dan toch nog genoodzaakt terug te trekken, dan be sluite hij daartoe met bedaardheid en beginne met zijne Artillerie en zijne hulptroepen onder bedekking van een peloton Infanterie te laten retireeren, terwijl hij met de rest der colonne tegen den vijand blijft ageeren. De Artillerie laat hij, zoo mogelijk, achterwaarts op eene hoogte positie nemen, terwijl hij nog met de rest zijner colon ne in actie is. Heeft dit ordelijk en bedaard plaats, dan zal de vijand denken, dat men zijne stelling van. een ander punt wil aan vallen. Eindelijk laat de colonnecommandant zijne Infanterie pelo- tonsgewijze retireeren, hetgeen vooreerst geschieden moet onder bescherming van tirailleurvuur. Als de vijand onze Infanterie ziet retireeren, wil hij wel eens de houding aannemen als of hij buiten zijne benting zal komen en op onze terugtrekkende troepen een aanval doen. Gewoonlijk zal hij echter een vervaarlijk geschreeuw aanheffen en zich boven zijne borstwering vertoonen, op de retiree- rende colonne eenige schoten doende. Sommigen zullen het wagen, de benting te verlaten en de colonne te vervolgen; maar indien de achterwacht slechts bestaat uit één peloton goed geoefende Infante rie, door een vastberaden officier gecommandeerd, en een geoefenden artillerist met een haudmortier, telkens halt houdende, terwijl de hoofdtroep langzaam retireert, en een goed gericht vuur afgevende, dan zal dat voldoende zijn en de vervolgende vijand die soms reeds tot staan gebracht wordt, wanneer de Infanterie der achter- wacht slechts de houding aanneemt van een aanval te doen ons weinig nadeel kunnen toebrengen en hij of op een grooten afstand

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1881 | | pagina 422