421 kleine bergenrotsen en diepe valleien omgeven. Men had toen slechts vier toegangen tot die landstreek, welke door den vijand zeer gemakkelijk konden verdedigd worden, maar door onze troepen zeer moeilijk te forceeren waren. Die vier toegangen waren een van de zijde van den Marapalameen van Boekit Pau, een van Atar en een van Padang Siboesoet. Hadden onze troepen die toegangen moeten verdedigengeen vijand zou ooit binnen de landstreek zijn kunnen komen. De eerste toegang, dien onze troepen vermeester den en bij verrassing namen, was het acces bij den Marapalam. Daar werd door onze troepen stand gehouden, tot dat de opstandelingen wat bedaarder waren geworden, waarna onze troepen er toe over gingen, het acces bij Padang Siboesoet te naderen. Men kon daar slechts komen door eene doorwaadbare rivier, welker oevers door klipachtige heuvels van 60 a 70 voet hoog begrensd werden. De vele kronkelingen der rivier maakten het verdedigen van dit acces zeer gemakkelijk. Hadden onze troepen er zich van mees ter moeten maken, het zoude ten koste van vele offers gebeurd zijn. De Luitenant Hendriks, toen militair en civiel gezagheb ber in de XX kottas, nadat Soeliajer gevallen was, stelde alles in het werk om de bevolking van Padang Siboesoet en Selon- Jcong in onderwerping te brengen. Dit gelukte en het tweede acces was ons. Van daar konden nu onze troepen Kotta toedjoe en van onze positie bij den Marapalam het sterke Lintau aanvallen. Hendriks vond nog een derde punt, dichter bij zijne versterking in de XX kottas gelegen; dat acces was de weg, die in 1838 over Padang Goenting langs Boekit Pau in de IV kottas Boeivaloopt. Toen het plan om Lintau te nemen, gereed was, werd Hendriks opgedragen om, vóór dat men tot den aanval op de linie van Lintau overging, van laatstgenoemd acces eene demonstratie te maken en, nadat die linie geforceerd washaar van dien kant mede binnen te dringen. Die opdracht werd goed uitgevoerd. In den tijd van drie dagen hadden onze troepen dit uitgestrekte, door de natuur zoo versterkte landschap geheel in handen. Dit wapenfeit maakte zoodanigen indruk op de Padrisdat toen onze troepen binnen Lintau en de IV kottas Boeiva) warende landschappen AwoerKotta toedjoePalanki en Moewara zich aan ons onderwierpen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1881 | | pagina 428