425 naamste hoofden in handen te krijgen. Zoo lang hij nog teekenen van leven geeft, moet hij aanhoudend vervolgd worden. Hem mag geene rust worden gegund. Zelfs trachte men zijne vrouwen en kin deren gevangen te nemen om hem zoodoende spoediger tot onderwer ping te dwingen. Zóó handelende, zal men weldra beseffen, dat de vijand ons weinig nadeel meer kan toebrengen en dat hij zelf zal begrijpen, dat hem niets anders overblijft dan zich aan ons gezag te onderwerpen. Zoo hardnekkig en moedig als de Sumatraan als onze vijand strij den kan, zoo bereidwillig is hij ook, nadat hij eenmaal in onderwer ping is gekomendan is hij zeer vredelievend en kan men veel van hem gedaan krijgen, mits men slechts zorge, dat hij niet alleen streng, maar billijk behandeld wordt, zoo als reeds hier boven gezegd is. De Su matraan houdt van regel 'en orde. Zoo lang hij ziet, dat ons bestuur krachtig georganiseerd is, acht hij ons of is hij althans voor ons bevreesd, maar zoodra ziet hij niet, dat zwakheid en achteloosheid ons bestuur kenmerken of hij wordt weder gevaarlijk en zal op nieuw verrader lijke plannen jegens ons smeden. Ons bestuur moet zich dus ten allen tijde krachtig doen gelden. Sommige vijandelijke versterkingen vindt men wel eens op den kruin van een berg, waarvan de voet door moerassen of ondoordring bare bosschen of wildernis omgeven is. Achter die versterkingen vindt men de kottas of kampongs, die ook versterkingen hebben en afzonderlijk verdedigd worden, zoodat onze troepen, gelijk uit het voorgaande gebleken is, verplicht zijn, eerst gemelde, op den berg kruin gelegen versterking te nemen. Gewoonlijk heeft de vijand van den top van den heuvel of de berg, waar zijne bent.ing gelegen is, tot aan den voet, niet eene zigzagsvormige, maar omgaande loopgracht gemaakt, waarin hij zjjne strijders geplaatst heeftom op onze aanval lende troepen te vuren, die van zijne zoodoende goed gedekte tirail leurs zelden meer dan eenige hunner hoofddeksels kunnen zien. De uitgeworpen aarde der loopgracht dient als borstwering. De benting aan den top is meestal eene vierkante redoute. De flanken zijn door loopgrachten met de wildernissen in den omtrek verbonden, die langs allerlei, voor onze troepen onbekende omwegen daarheen leiden. Yele verhakkiugen, wolfskuilen en aanplantingen van borangs ver-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1881 | | pagina 432