460
minder dan de Europeesche. Deze wordt op kosten van den Staat gevoed,
gene moet zelf in zijne voeding voorzien van zijne soldij. Zijn logies
kost weinig. Ofschoon het aantal Inlandsche militairen 130000 be
draagt, leverde de werving van deze over het algemeen geene moeilijkheden
op. Yelen hebben de aanwezigheid van zulk eene sterke Inlandsche
troepenmacht gevaarlijk voor de kolonie geacht, maar het gouvernement
staat tusschen verhooging der uitgaven door vermeerdering van het Euro-
peesch element of ontblooting van een gedeelte des lands van troepen
dat om politieke redenen niet voorzichtig wordt geacht. De tegenwoordige
verhouding tusschen het Europeesch en Inlandsch element in het Britsch-
Indische leger, d. i. 66 tegen 130, wordt goed geacht. Vóór 1857 was
zij veel ongunstiger. Thans kan men zeggendat A Europeanen en f
Inlanders zijn. De Europeanen zijn thans ook beter over de verschillende
garnizoenen verdeeld.
De verdeeling der Britsch-Indische strijdkrachten te land in drie legers
is vooral met het oog op de verschillende elementenwaaruit de Inlandsche
troepenmacht bestaat, zeer goed te noemen. Die elementen uit de drie
legers hebben eene verschillende godsdienst en eene verschillende taal,
ofschoon allen het Hindostani als de lingua franca vrij wel kunnen spreken
of verstaan. Die legers hebben ieder een afzonderlijken opperbevelhebber
en dienen buitengewone gevallen uitgezonderd niet buiten het presi
dentschap waartoe zij behooren. Dit maakt de aanwerving der Inlandsche
elementen gemakkelijker en minder kostbaar en de militaire dienst bij
elk daarvan meer populair. In Nederlandsch-Indiê gaat dat, terecht,
anders toe. De organisatie van de drie legers is daardoor verschillend
waardoor elk leger zijne tradition behoudt. De opperbevelhebber van elk
dier legers benoemt de officierenzoo Europeesche als Inlandschevan
het Inlandsche leger. Hij is voor de krijgstucht en den goeden geest
bij zijn leger verantwoordelijk. It is essential zegt de schrijver to
keep intact the status and dignity of his high officewoordendie nog
door andere ooren dan Engelsche gehoord mogen worden.
Ofschoon het grootste gedeelte van de Inlandsche elementen voor het
leger in Bengalen in Panjabvoor dat in Bombay op de westkust en voor
dat in Madras op de oostkust geworven wordtzoo worden toch ook
inboorlingen, tot andere stammen behoorende, bij elk regiment ingelijfd.
Dit is uit voorzorg tegen gezamenlijk verzet of complotten gedaan. De
stammen, die de beste soldaten leveren, zijn de Sikhs van Panjab, de Ghor-
khas uit de valleien bij Nepalde Mohamedaansche Pathans van de
noordwestelijke grenzende Jats uit de landstreek om Delhi en Agra