464
De groote Stoeterijen, die het gouvernement in het noordelijk gedeelte
van Britsch-Indië had, zjjn sedert voor het grootste gedeelte opgeheven.
De paarden, die men voor de Indische dienst noodig heeft, worden op
de markten aangekocht. Yoor de veredeling van het Inlandsche paar
denras voert het gouvernement ras-dekhengsten in, die bij de bevolking
gestationeerd worden. De Bengaalsche Cavalerie is hoofdzakelijk op
paarden beredenafkomstig van de tentoonstellingen en markten in het
noordelijk gedeelte van Indiè. De remonte voor de ruiterij van de legers
van Bombay en Madras wordt voor het grootste gedeelte gekocht op de
markten te Bombay en komt van de kusten aan de golf van Perzië. De
grootere paarden zijn van Australië afkomstig en worden op de markten
te Calcutta en Madras gekocht. Yele paarden in de drie legers zijn van
Australisclien en Perzischen oorsprong. De Arabische paarden worden
er minder dan voorheen gevonden en alleen door officieren bereden. Het
van ouds zoo beroemde Inlandsche paardenras is in de laatste vijftig jaren
sterk achteruitgegaan. Sommige paardenrassen zijn bijna uitgestorven.
De pogingen, die het gouvernement tot instandhouding daarvan aan
wendt, zijn zwak. Tout comme chez nous. Enkele van de vroeger in het
noorden van Britsch-Indië bestaan hebbende stoeterijen, die nog door het
gouvernement worden aangehouden, staan onder toezicht van een in
specteur en beloven voor de toekomst goede resultaten.
De Inlandsche Artillerie, die vóór den opstand in 1857 zoo belangrijk
was, bestaat, met uitzondering van eenige batterijen op de noordweste
lijke grenzen en eenige bergbatterijen, waarvan het geschut door muil
dieren vervoerd wordt en de bedieningsmanschappen nog altijd Inlanders
zijn, sedert niet meer. De overige Artillerie maakt een integreerend
deel uit van die in het moederland.
Even als in Nederlandsch-Indië heeft men ook in Britsch-Indië er
herhaaldelijk over gedacht, eene reserve voor het Inlandsche leger te
vormendoch ook daar stuitte men op vele bezwaren voor de verwe
zenlijking van dat plan, hetwelk op dit oogenblik zeker al zeer weinig
kans van slagen zal hebben, nu men niet eens genoeg Inlanders voor
het staande leger kan krijgen en de uitgaven voor het leger reeds zóó
hoog gestegen zijn, dat vermindering, in stede van vermeerdering van
kosten plicht moet zijn.
De verschillende magazijnen van het leger in Britsch-Indië zijn ten
allen tijde voldoende van alles voorzien geweest. Zelfs in de meest ernstige
omstandigheden was er nooit gebrek te bespeuren. Yroeger, toen de
afstand tusschen de kolonie en het moederland door de minder snelle