466
en eene regeling van het transportwezen in tijd van vrede niet bestond
voor het leger. In hare eigenlijke taak is zij echter niet te kort gescho
ten. Den soldaat heeft het in zijne voeding aan niets ontbroken en de
Staat werd beschermd tegen bedrog van de zijde der contractanten en
anderen. Wat het transportwezen gedurende den laatsten Afgaanschen
oorlog had te beteekenen, blijkt uit het feit, dat tusschen 1878 en 1880
ongeveer 40000 kameelen gestorven zijn; het bleek bovendien, dat men
op marsch naar Afganistan van „het schip der Saharameer had gevor
derd dan in de woestijn gedaan wordt. Behalve van kameelen, bedient
men zich voor het transport ook van pak- en trekossen. Daarvan kan
men er duizenden uit alle deelen van Britsch-Indië bekomen. Pakpaarden
zijn niet in zoodanige groote hoeveelheid te krijgen. Muildieren zijn
zeldzamer en bewijzen ook zeer goede diensten. Eindelijk denke men
aan de olifanten, waarvan de schrijver weinig of niets zegt. Het
transportwezen moet reeds in tijd van vrede georganiseerd zijn en dit
drage men niet op aan de Intendancemaar aan een afzonderlijken tak
van dienst, dien men in vroegere jaren Trein noemde.
De magazijnen en arsenalen der Artillerie zijn ook steeds van alles voor
zien. De voornaamste arsenalen vindt men te Fort William bij Calcutta
voor BengalenAllahabad en Agra voor de noordwestelijke provinciën; Fer-
ozepuraan de Satlejvoor PunjabBombay voor het westelijk gedeelte van
Indië', Secunderdbadbij Hyderabadin Deccanen te Fort St. George
te Madras, voor het zuidelijk gedeelte van Indië,. De draagbare vuur
wapens zijn van het stelsel Snider, Enfield en Martini-Henry.
De wijze, waarop de kosten van den laatsten Afgaanschen oorlog be
groot werden, heeft twijfel doen ontstaan omtrent de deugdelijkheid der
militaire comptabiliteit. Het systeem der administratie, verificatie en
controle is bijna hetzelfde wat voor het Nederlandsch-Indische leger geldt.
Bij elk corps heeft men een „Paymaster" en een „Quartermaster;" bij de In-
landsche troepen een „Quartermaster." De „Pay examiners" bij elk der
drie legers zijn onze gewestelijke Onder-Intendanten. Deze worden gecontro
leerd door een „Controller of military accounts", een voor elk leger, met
een staf van „Examiners" voor het presidentschap (bureau van den In
tendant). De drie „Controllers of military accounts," die allen volgens
hetzelfde systeem moeten werken, staan onder den „Military Accountant
General" (Hoofd Intendant), die onmiddelijk onder het Britsch-Indisch
hoofdbestuur staat en zich voor de indiening zijner verantwoordingen en
rekeningen verhouden moet tot den „Controller and Auditor-General
acting under the Financial branch of the Government." De militaire