467 30 begrooting wordt zeer minutieus en gedetailleerd opgemaakt en door het Legerbestuur ingediend aan den „Civil Controller General of aocounts to the Military Department." Zoodra de begrooting met de meeste zorg is nagezien door den Daad van Indie en den Onderkoning, wordt die door het bewind in Britsch-Indië vastgesteld en kunnen de fondsen, voor het leger benoodigd, ter beschikking worden gesteld van den „Military Accountant General". In buitengewone omstandigheden, tijden van oor- kunnen suppletoire (tusschentijdscke) begrootingen worden ingediend. O vei de Geneeskundige dienst wordt door den schrijver verder niet gerept. Wij eindigen hiermede ons overzicht van hetgeen in Temple's werk over het Britsch-Indis&e krijgswezen wordt gezegd. Dat relaas is voor leeken geschreven en mist dus de details, die voor den officier van het Nederlandsch-Indische leger zoo belangrijk zijn. Juist om die details moet het ons te doen zijn. Wij weten veel meer vau de organisatie van het leger in Duitschland en in Frankrijk dan van het leger in Britsch- Indië. Dat moet niet. Wij zijn officieren van het Nederlandsch-In dische leger. Overtuigd van onze nog geringe kennis der organisatie van de legers in de ons omringende koloniën, hebben we vermeend, zoo veel mogelijk alles te moeten vermelden, wat Temple over het Britsch-Indische krijgs wezen heeft geschrevenmaar wat wij gaven, is oppervlakkig, misschien ook - wat tevens niet goed is te rooskleurig voorgesteld. Het was Temple dan ook blijkbaar niet te doen, een critisch werk te leveren. Niettemin kan dit overzicht dienen tot eeue inleiding voor eene studie ovei het Britsch-Indische leger, die bij ons, Indische officieren, altijd vele lezers moet lokken. Bij de verzameling der gegevens daarvoor zul len we de Revue Militaire de Vétrangerdat na 1870 verschenen en door officieren van den Generalen staf zoo uitstekend geredigeerde weekblad, de Queens regulations en nog twee werken met vrucht kunnen raadple gen. Wij bedoelen in de eerste plaats: „The British Army in 1875 with suggestions on its administration and organisation by John Holms, M. P. New edition, with additions. London, Longmans, Green, and Co. 1876," dat ook het Britsch-Indische leger afzonderlijk en critisch behandelt. Chapter XI. The condition of the Army in India Its inefficiency and extra vagant Cost - The burden which it imposes upon the natives of India Their opinion of it-Our great Military expenditure a fit subject for the consideration of Merchants

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1881 | | pagina 474