471 spreekt de rechter hij het vonnis tevens de in art. 11 vermelde verval lenverklaring uit. Bij veroordeeling tot militaire gevangenisstraf van minder dan vijf jaren spreekt de rechter tevens de in art. 12 vermelde ontzegging uit. Op de wijze en in de gevallenbij het gemeene recht ten opzichte van de correctioneele gevangenisstraf vastgesteldkan dfe rechter bepalen, dat de militaire gevangenisstraf in eenzame opsluiting zal worden ondergaan. De stral wordt alsdan ondergaan in eene der gevangenissen, voor een zame opsluiting bestemd of ingericht. Art. 8. De straf van cassatie bestaat in eene verklaring, dat de ver oordeelde is ontslagen uit de militaire dienst, met of zonder ontzetting van het recht om ooit weder bij de gewapende macht te dienen of eene betrekking van militairen geëmploieerde te hekleeden. Art. 9. Door de cassatie worden alle rechtenaan vorige dienst ont leend of verbonden verlorendaaronder begrepen de aanspraak op pensioen. Wanneer zij gepaard gaat met de in art. 8 vermelde ontzettingwordt tevens het recht verlorenom ridderordenmedailles of andere onder scheidingsteekenen voor zooverre deze laatste ter zake van vorige dienst zijn verkregen, te dragen. Art. 10. De straf van militaire detentie bestaat in opsluiting in een huis van detentie of provoost voor den tijd van minstens één dag en hoog stens twee jaren. Op de wijze en in de gevallen, bij het gemeene recht, ten opzichte van de correctioneele gevangenisstraf vastgesteld, kan de rechter bepalen, dat de detentie in eenzame opsluiting zal worden ondergaan. Tot uitvoering dezer straf kunnen door ons worden aangewezen een of meerdere der in het laatste lid van art. 7 vermelde gevangenissen. Art. 11. De vervallenverklaring van den militairen stand of van de betrekking van militairen geëmploieerde heeft van rechtswege ten gevolge ontzetting van het recht om ooit weder bij de gewapende macht te dienen of eene betrekking van militairen geëmploieerde te hekleeden. De vervallenverklaring heeft bovendien de gevolgenhij art. 9 aan de cassatie met ontzetting verbonden. Art. 12. De ontzegging van het recht bij de gewapende macht oi als militairen geëmploieerde te dienenwordt uitgesproken voor den tijd van minstens drie,'en hoogstens vijfjaren. Zij heeft van rechtswege ten gevolge de opheffing van de bestaande dienstbetrekking, of het ontslag uit de betrekking van militairen geëm ploieerde, door den veroordeelde bekleed.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1881 | | pagina 478