472
Zij heeft bovendien de gevolgen, bij art. 9, eerste lid, aan de cassatie
verbonden, en, gedurende den tijd waarvoor de ontzegging is uitgesproken,
ook die, vermeld in art. 9, tweede lid.
De bij het vonnis bepaalde termijn loopt niet vóór het uiteinde van den
duur der hoofdstraf.
Art. 13. De degradatie bestaat in het terugbrengen van een onder-
officier tot den stand van soldaat.
De gedegradeerde kan bij goed gedrag op nieuw voor bevordering in
aanmerking komen.
De degradatie kan door den militairen rechter worden uitgesproken bij
alle veroordeelingen tot de straf van militaire detentie of tot correctioneele
gevangenisstraf, wanneer hij van oordeel is, dat de veroordeelde ter zake van
het gepleegde feit ongeschikt is om den graad van onderofficier te behouden.
Art. 14. Bij veroordeeling van een minderen militair tot de straf van
militaire detentie ter zake van eenig misdrijf tegen de dienst of do sub
ordinatie of van herhaalde desertie, kan de rechter bepalendat de ver
oordeelde na zijn ontslag uit de detentie zal worden geplaatst in eene
klasse van militairen, aan eene gestreugere krijgstucht onderworpen, voor
een tijd, bij het vonnis te bepalen; niet te boven gaande één jaar.
Art. 15. Wanneer een militair tot correctioneele gevangenisstraf zonder
de in art. 12 vermelde ontzegging of tot militaire detentie is veroordeeld
geweest, wordt de tijd zijner hechtenis, ook der preventieve, niet als
diensttijd medegerekend.
Hetzelfde geldt ten opzichte van den tijd, in de klasse van militairen,
aan eene gestrengere krijgstucht onderworpen, doorgebracht.
Art. 16. Behalve in de bijzondere gevallen, waarin de poging tot een
militair misdrijf bij het Crimineel Wetboek strafbaar is gesteld, is deze
alleen strafbaar, wanneer tegen het voltooid misdrijf de doodstraf met
eerloosverklaring of de tuchthuisstraf is bedreigd.
In dit geval wordt do poging gestraft met eene tuchthuisstraf van 5
tot 20 jaren.
Voor de algemeene vereischten van strafbaarheid der poging gelden
de voorschriften van het gcmeene recht, voor zooverre daarvan bij het
militaire recht niet uitdrukkelijk is afgeweken.
Art. 17. Op het militaire strafrecht zijn, voor zooverre daarbij hot tegen
deel niet is aangenomen, toepasselijk de bepalingen van het gemeene
recht betreffende
le daderschap en medeplichtigheid;
2e toerekenbaarheid