488 stelsel van legerorganisatie en het bezit van eene Indische brigade in Nederland aanprijzen. Zij denken voor hun betoog een machtig wapen te hebben in de bestrijding van ons suppletiestelselDat stelsel is de schuld van alles! Maarzij blijven bezijden het vraagstuk. Gelukkig dat Britsch-Indische officieren van naam ons stelsel van leg er aanvulling voor de koloniën bij ons stelsel van Indische legerorganisatie beter vinden dau het stelsel van periodieke verwisseling der Europeesclie troepen bij hef stelsel der Britsch-Indische legerorganisatie. Onlangs zijn in dit tijdschrift de voordeelen duidelijk uiteengezet, die de Nederlandsch-Indische boven de Britsch-Indische legerorganisatie daardoor heeft. Zijdie hunne op eene bijzaak gebouwde theoriën nog tegenover die voor deelen zouden willen verdedigen, gaan of aan het euvel van liecht- haberei mank of mogen niet meer als bevoegden worden vermeld. Zij vergeten, dat Nederlandvoor Indië het stelsel toepassende der Britsch-Indische legerorganisatie en toegevende aan den drang van enkelen om rtr Nederland op te richten eene Indische brigadein een oorlog met eene koloniale of zeemogendheid het Indische leger, evenmin als onder het régime van het huidige suppletiestelsel eene onbelemmerde aanvulling of tijdelijke versterking waarborgen kan. De Indische brigadedie men sedert 1874 heeft mogen, maar niet kunnen oprichten, is bovendien slechts eene kunstmatige reserve. Is over haar beschikt, dan is er niets meer. Op zoodanige basis mag men geen leger eene organisatie geven. De hier bedoelde te genstanders van de bestaande Indische legerorganisatie zien over het hoofd, dat: 1° hunne stelsels aan minder stabiliteit lijden dan het bestaande 2° tusschen het Europeesch en Inlandsch element van het leger minder cohesie zoude zijn dan tegenwoordig; 3° hunne plannen den staat veel meer geld zullen kostenen 4° de onbelemmerde aanvulling van het leger met Europeanen in buitengewone omstandigheden, d. i. in een oorlog met eene zee mogendheid, evenmin als thans verzekerd is. Wil men een oorlog met een Inlandschen vijand als den Atjehschen ook onder de buitengewone omstandigheden rangschikken, wij hebben er niets op tegenmaar dan komt het ons voor, dat daarvoor de aanwezigheid in Nederland van eene kunstmatige reserve van Eu--

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1881 | | pagina 495