495 Madoerees verward met zijn lust om in degelederen van liet Indische leger te strijden. De resultaten der Madoereesche werving voor liet leger zijn daar om het te bewijzen. Even als op Javais op Madoera het gros der landbouwende bevolking afkeerig van onze krijgsdienst. Dat uit zoodanige onzuivere bron niets goeds voor het leger te putten is, werd reeds vóór 1840 aangetoond door den kundigen schrijver van „De landmacht van Nederlandsen-Indië vrijmoedig beschouwd," vooral bij eene verdediging van Java tegen een buitenlandschen vijand. Bij het opgaan van een beteren weg tot de organisatie der Indische landsverdediging en 's Gouvernements voorbereiding tot de dingen, die op Madoera komende zijn, zal de Begeering dus mogen, kunnen en moeten afstand doen van de instelling, waarmede de Gou- v ei neui-Generaal I an den JBosch Nedevlandsch-Indië heeft gedoteerd en waarover wij onze billijke afkeuring reeds duidelijk genoeg kenbaar hebben gemaakt. De legioenen van Manghoe Negoro en Pakoe Alam dateeren, wat hun dienstplicht betreft, eigenlijk van 1757 en 1811 1812. In militaire waarde staat het legioen van Soerakarta boven dat van Djokdjakarta. Maar de waarheid gaat boven courtoisie, wanneer in de geschiedenis dezer legioenen gesproken wordt van de gewichtige diensten, die zij het leger bewezen hebben, zoo als de oud-Minister De Waal c. a. beweert in zijn hier boven aangehaald werk. Wat het legioen van Prang Wedono in den oorlog van 1811 gedaan heeft, is bekend. Welke zeer geringe diensten de legioenen tijdens den Atjehschen oorlog bewezen, evenzeer. Als eene der bronnen voor onze reserve in een oorlog met een buitenlandschen vijand schatten wij de waarde dezer overigens kleine corpsen zeer laag. De schrijver van het artikel: „De inlandsche wapening op Java," voorkomende m den jaargang 1856 van het „Tijdschrift voor Nederlandsch-hidië, zegt: „Wanneer echter eenmaal de dag aanbreekt, dat eenheid van stelsel in het beheer van Java wordt ingevoerd, zullen de vorsten landen moeten worden gereorganiseerd, en zal de inlandsche wapening aldaar zich van zelve oplosseneen overgang, dit zij hier opgemerkt, welke veel ernstig overleg vordert bij de voorbereiding en energie bij de uitvoering. Mocht eenmaal die tijd aanbreken (en dat die onder de mogelijkheden behoort, heeft de geschiedenis van vorige

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1881 | | pagina 502