496 tijden geleerd) dan zal de Regeering van veel bezorgdheid, welke de oude hoven (rijken in een rijk) niet op houden te verwekken, worden ontheven, en voor de bevolking gelijkheid met die der overige Javanen worden daargesteld.Wat de schrijver hiermede bedoelt, is duidelijk. Dat wij voor ons onderwerp noch gewag maken van een ander corps dan de Indische brigaded. z de Mariniersnoch van de overige, door den oud-Minister De Waal in zijn boven aangehaald werk vermelde, in Indië in vredes- en oorlogstijd door de Regeering georganiseerde of te organiseeren, het leger strijdbaarder makende, hulpmachtenzoo als Inlandsche politiesoldatenlnlandschepiekeniers, Inlandsche politiedienarengewapende Chineezen (art. 23 Staatsblad N° 8 van 1829, R° 26 van 1851 en ïP 111 van 1872; waarom ook geene gewapende Chineezen in Atjeh?), Timoreesche Mardijkers, allerlei andere gewapende en ongewapende voor eiken oorlog te verkrijgen Inlandsche hulpbenden en Inlandsche en Chineesche dwangarbeiders behoeft geen betoog, na al het voorgaande. Wij moeten uit deze hulpmachten onze strijders niet putten, maar zij kunnen allen niette min uitstekende elementen vormen voor ons militair transportwezen zoowel voor de lastdragers als de geleiders. Aan eeue vredes- en oorlogsorganisatie uit deze elementen te denken en haar eindelijk eens voor te bereiden, verdient meer aanbeveling. De meeste onzer vroegere expeditiën hebben ons geleerd, dat wij van deze hulptroepen als combattanten meer last dan voordeel hebben gehad. In de laatste vijftien jaren werden zij dan ook bijna niet gebruikt. Mogen wij daarover treuren? Zelfs wraar artikel 27 van het Regeeringsreglement en ook het politiestrafreglement voor Inlanders spreken van de bevoegdheid der Regeering om hen te doen deelnemen aan „ge wapende vereenigingen", welke noodig worden geoordeeld „tot bewa ring van rust en orde" en hulp, dienst of bijstand te verleenen bij „oproer of anderen nood"? Wij gelooven niet. De bron voor eene, natuurlijke, krachtige reservewaarop het Indische leger ten allen tijde kan rekenenook wanneer tijdens een oorlog met een buitenlandsehen vijand de gemeenschap met het moe derland verbroken iseene reserve die in Indië zelf aanwezig is uit landskinderen bestaande, wordt echter door de Regeering tot

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1881 | | pagina 503