peesche afstammelingen, die zoo wat in de jaren vallen, om in Ne
derland voor de nationale militie in aanmerking te komen, hebben
bij de politie hunnen ouderdom moeten opgeven." Daaromtrent in
lichtingen verzoekende van den Minister van Koloniën, teekende de
Heer Bochussen aan, dat bij gelegenheid van de behandeling van
het tegenwoordige Regeeringsreglement door de Tweede Kamer, hij,
toen er sprake was van de verplichting der ingezetenen in Indïëom
deel te nemen aan vereenigingen tot verdediging van den bodem,
aanleiding had gegeven, in het Yoorloopig verslag der Tweede Ka
mer op het betrekkelijk artikel eene vraag te richten tot de Re
geering, waarop deze heeft geantwoord„Men bedoelde niet anders
dan gewapende vereenigingen van geheel tijdelijken aarden daarbij
was geene sprake van gedwongen lichtingen voor de krijgsdienst."
Men weet dus, wat de bedoeling is van artikel 118 van het Re
geeringsreglement.
Dit artikel houdt echter ook eene verplichting in, die op de In
landers rust. Zij, die niet in het bezit zijn van de tusschen Re
geering en Volksvertegenwoordiging over het tegenwoordige Re
geeringsreglement gewisselde stukken en de daarover gevoerde be
raadslagingen, kunnen dit lezen in Books „Aanteekeningen". Ergo
is het evenmin de bedoeling van dat wetsartikel, gedwongen lichtingen
voor de krijgsdienst onder de Inlanders voor te schrijven.
De Heer Bochussen vond „niets ter wereld onvoorzichtiger en
gevaarlijker" dan „de verplichte krijgsdienst bij loting onder de Ja
vanen" in te voeren. Het oordeel van den Heer Bochussendie
Gouverneur-Generaal is geweest, kan bezwaarlijk genegeerd worden
al zijn wij vijf en twintig jaren verder. Wij willen echter over de
pohüeke bezwaren niet spreken, aan de invoering' van militairen
dienstplicht onder de Inlandsche bevolking dezer koloniën verbonden
Wij willen zelfs aannemen, dat die te zwaar werden gewogen Maar
we houden ons op een ander gebied op en beweren, dat zoo lang
er voor de Inlandsche bevolking onzer koloniën geen burgerlijke
stand bestaat - en zoo iets zal in de eerste tientallen van jaren noo-
wel tot de utopiën belmoren - en zoo lang alles wat met de bijhou-
dmg der bevolkingsstatistiek in verband staat, nog braak ligt of zeer
gebrekkig iS) het invoeren eener verplichte militaire dienst\oor de
32