500 Inlanders onmogelijk is of, toch doorgedreven wordende, aanleiding zal geven tot vele ongerechtigheden. Men kent het gemiddeld gehalte onzer Inlandsche ambtenaren, voornamelijk van de dorpshoofden! Het zelfde zou men bij de invoering van de gedwongen militaire dienst zien gebeuren, wat gecne zeldzaamheid is bij het opsporen van In landsche misdadigers en de vervolging hunner misdaden. Wat men onder het stelsel der barisan van Madoera terecht afkeurde, zoude men dan onder andere vormen bij het stelsel van verplichte militaire dienst onder de Inlandsche bevolking zien gebeuren. Het civiel bestuur zoude niet bij machte zijn, de vele knoeierijen der Inlandsche ambtenaren in het aanwijzen der dienstplichtige Inlandsche lotelingen tegen te gaan; knoeierijen, die wij niet behoeven te qualificeeren ze zouden trouwens legio zjjn. Wie slechts eenigszins bekend is met het bestuur, zoo als dat door onze ambtenaren in de binnen landen van Java gevoerd wordt, weet dat de meesten hunner de geslepene Inlandsche ambtenaren niet kunnen peilenin behendigheid en gevatheid leggen wij het gewoonlijk tegen hen af. Niet, dat wij door de invoering der verplichte militaire dienst onder de Inlandsche bevolking voor groote ontevredenheid behoeven te vreezen, omdat zoo als terecht wordt beweerd het gros der Javaansche en ook der Madoereesche bevolking, voornamelijk zich op den landbouw toeleg gende, afkeerig is van onze krijgsdienst, zoo als bij de instelling der pradjoerits op Java en barisan op Madura gebleken is, en zij die daartoe over te halen zijn, in den regel tot de zwervers, orang menoempang of verarmde desalieden behooren; de Javaan vooral lijdt veel, voor dat zijne ontevredenheid zich uit. Van den Bosch voerde het cultuurstelselmzeker niet overal zonder ontevredenheid der Inlandsche bevolking. Die bevol king weet even goed als wij, dat heerendiensten niet aangenaam zijn. Toch kwam zij noch tegen de eene noch tegen de andere dotatie in opstand. Ons conservatief regeeringsstelsel, dat uitstekend de kunst verstaat om zelfs zoodanige dotatiën als adat te doen beschouwen, zal ook niet nalaten, de conscriptie of den militieplichtbij de Inlandsche be volking invoerende, als eene andere heerendienst, ook als adat te canoniseeren. Wij behoeven echter vooreerst geen militairen dienst plicht bij de Inlandsche bevolking in te voeren, omdat we nog genoeg en op eene onbelemmerde wijze Inlandsche soldaten voor ons leger

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1881 | | pagina 507