503 'o g B ligers, op een vast maandelijkscli tractement, die een verband van zes jaren, met een handgeld van f 100 aangaan. De tegenwoordige schutterkassen worden door het Gouvernement overgenomen. Klee ding, uitrusting en wapening worden door het Gouvernement verstrekt. Alleen de particulierendie vreemdelingen zijn en nooit bij de schutterij ingelijfd mogen wordenmoeten eene schutterijbelasting als onderdeel hunner patent- of inkomsten- dan wel personeele belas ting betalen. De verschillende graden en rangen bij de schutterij moeten bezoldigd worden. Zijdie voor hun graad of rang de noo- dige bekwaamheid niet bezitten, worden in dien graad of rang ont slagen en moeten, wanneer zij nog schutterplichtig zijn, dien plicht verder als schuttersoldaat volbrengen. De bezoldiging zou als volgt kunnen worden vastgesteld korporaalf 50 sergeant of fourier90 sergeant-majoor„125 adjudant-onderofficier, „150 I. In tijd tweede luitenant, 200 van vrede. eerste luitenant, 225 kapitein,300 majoor,350 1 luitenant-kolonel, 400 II. Gemobiliseerd. Als het leger. Bij de schutterij moeten dus alleen Nederlanders en Indo-Neder landers dienen. Het beheer der schutterij moet ook bij het Departement van Oorlog komen. De voordeelen uit een militair oogpunt, aan de invoering van eene mil.tie- en nieuwe schutterij wet voor Indië verbonden, zijn groot. Leger- uitbreiding in tijd van vrede en oorlog een noodzakelijk vereischte om deze koloniën tegen een buitenlandschen vijand te hunnen verdedigen wordt daardoor mogelijk gemaakt. De kosten daarvan zijn minder groot dan voor eene zelfde uitbreiding van het staande leger. Wat het Nederlandscli element aangaatis die uitbreiding niet te verwe zenlijken door het bestaande suppletiestelsel. De militie in Nederland ook dienstplichtig in Indië te maken, moet worden ontraden en zou op b£) o5 Q Oj O o5 <D o5 03 ro O IS -+J -JJ O O cö o5 <D O rr> V <D 05 rO k

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1881 | | pagina 510