- 504 -
ook niet baten. Uitbreiding van het vreemdenelement moet ten sterk
ste worden ontraden. Grootere suppletie van Nederlanders uit Ne
derland in tijd van buitenlandschen oorlog is niet te verwachten
maar wat baten dan de grootste troepencontingenten vrijwilligers of
militiens in Nederland voor Indiëwanneer deze Indië niet veilig
of tijdig kunnen bereiken? Wat helpen dan zelfs vele vreemdelin
gen die hier zouden willen strijden Grootere sterkte van het Ne-
derlandsch element bij het Indische leger alleen door werving te ver
krijgen, gaat de finantieele krachten der Regeering te boven. Dienst
plichtigen uit Nederland te dwingen, in gewone omstandigheden, d.
i. voor eenige, zoogenaamde expeditiein het Indische leger te dienen,
zal wel altijd eene utopie blijven en moet o. i. nooit toegestaan wor
den. De buitengewone omstandigheden, in tijd van oorlog met
een Europeeschen vijandkunnen dus wel buiten beschouwing blijven.
Van die zijde is derhalve evenmin op vermeerdering van het Neder-
landsch element "of legeruitbreiding in Indië te wachten. De uit
breiding van het Indische leger niet miUtiecorpsenuit Indo-Neder
landers en daarmede gelijk gestelden bestaande, is eene feitelijke
uitbreiding van het Nederlandsch element in het onder de wapens
staande Indische leger dev toekomstmet individuen, in het land ge
boren en aan klimaatvoedingzedengewoonten en uiting der
inheemsche bevolking gewend. Voor het gros der Indo-Nederlandsche
militieplichtigen bestaan geene ongezonde strandklimaten. Buik- en
leverlijders en aan den drank verslaafden vormen onder hen een zeer
gering contingent. Minder afkeuringen voor de militaire dienst dan
onder de Europeanen zijn daarvan het gevolg. De jaarlijksche sup
pletie zoude wellicht, in gewone omstandigheden, nog verminderd kunnen
worden en daardoor het vreeindenelement geringer proportiën aan
nemen, door dienstneming van vrijwilligers uit de militie.
Uit een finantieel oogpunt is dus de zoo noodzakelijke legeruitbrei
ding met het oog op de landsverdediging, door de invoering van den
militairen dienstplicht onder de Nederlanders in Indiëvoordeeliger dan
door eene uitbreiding van het staande leger, d. i. eene rechtstreeksche
legeruitbreiding, zoo die te verwezenlijken is.
Uit een politiek oogpunt is alles wat strekken kan 0111 het vreem
denelement in het Indische leger tot zeer geringe verhoudingen te