officieren, die, in een levensgevaarlijken toestand verkeerende, de onaangename gevolgen niet willende ondervinden van eene passee- ring(te grievenderwanneer deze op die wijze moest plaats vinden) hun verblijf in Inclië rekten en rekten, tot dat het te laat was? Welke officieren, op wie men veel prijs stelde., zijn daardoor niet ontijdig aan het leger ontvallen of onbillijk door jongeren in rang voorbijgegaan Eindelijk heeft Men in deze quaestie aan de opinie van men toegegeven. t Is nu te hopendat men en Men niet beiden ons idéé veroordeelen. In elk geval moeten de verlofstractementen der gezonde officieren zoo spoedig mogelijk verhoogd worden; zóó verhoogd, dat ze daarvan, in Europa zijnde, kunnen leven. Dat is thans niet het gevalwant als men heeft aangenomen, dat b. v. Hollandsche luitenants en kapiteins van 700, 900, 1000, 1100, 1200 en 1700 tractement 'sjaars niet kunnen levenhoe zouden het dan de Indische ranggenooten kunnen doen, die aan meer behoeften gewend zijn? Indien men de pensioe nen van de Indische kapiteins en luitenants op f 20001500 en 1200 gebracht heeft, omdat zij van hunne vroegere pensioenen niet meer konden levenhoe is het dan mogelijkte kunnen onderstellen, dat actief dienende kapiteins en luitenants van het Indische leger gedurende hun verlof in Europa wel van f 1725, 1250,1125, 1050, 945, 937 en 787 kunnen leven? Hebben zij soms minder behoeften of verkeeren zij in betere conditie dan hunne gepensioneerde collegas? De meesten kunnen geene épargnes makenwel in schulden geraken om die, in hoogere betrekkingen komende, af te betalen. Wi q Indié en zijn leger kent, zal niet ontkennen, dat dit de feitelijke toestand is. Men denke slechts aan de talrijke overplaatsingendie den Indischen officier ruineeren en die hem in de eerste plaats belettenvan het gewoon verlof gebruik te maken. En dat verlof is toch ook zoo vaak noodig in het belang van het onderwijs zijner kinderen. Hoe is het met dat onderwijs nog gesteld in de meeste garnizoensplaatsen in Indié? En is het schoolgeld op de hoofdplaatsen, waar goed on derwijs is, nog niet altijd veel te hoog, in vergelijking met Europa? Uit eene in dezen jaargang van het tijdschrift gepubliceerde sta tistiek der buitenlandsche verloven hebben wij de volgende statistieke opgaven samengesteld.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1881 | | pagina 521