520 I II III 1 2 1 12 8 4 9 1 1 4 Bij de hierboven gepubliceerde statistiek houde men in t oog, dat 1. de overtochtsgeldendie vóór 1860 de werkelijke passagelcosten niet vergoedden, sedert dat jaar een paar malen in het belang dei- officieren verhoogd zijn; 2. de Staat sedert 1861 het verplicht verblijf van verlofgangers en hunne gezinnen in eene noodhavenhoofdelijkvergoedt 3. de hoofd officieren vóór 1864 hun overtocht bij terugkeer naar Indië zeiven moesten bekostigen, bijaldien zij geene commandanten van detachementen suppletietroepen waren; 4. sedert 1868 verlofstractement toegekend wordt aan hen, die niet wegens ziekte met verlof gingen, maar bij het verstiijken van hun verlof ziek worden en om die reden verlofsverlenging noodig hebben 5. sedert 1873 op eene onbekrompen wijze gezorgd wordt voor de verpleging van te velde gewonde en ziek geworden officieren, 6. sedert 1875 aan alle officieren, die wegens ziekte met verlof gaan, behoud van reclit op bevordering gedurende den verloftijd is verzekerd, terwijl vóór dien tijd dit genot alleen bij uitzondering voor officieren die te velde gewond of ziek werden gewaarborgd werd aan hen, die nog geen diensttijd van 15 jaren in Indië hadden 7. gedurende 1873 1879 vele officieren, die zich te velde be vonden (nimmer te voren was hun aantal even groot of grooter) van het verlof wegens 12 of 15 jarig verblijf in Indië geen gebruik kon den maken en aan anderen(zoo als van de Geneeskundige dienst) die zich niet te velde bevondendat verlof moest worden geweigerd wegens groot incompleet van officierenhoewel daartegenover staat dat in die zelfde periode door den oorlogstoestand het aantal officie- Verlof. Lt. Gen. Gen. Maj. Kolonel. Lt. Kol. Majoor. Kapitein. le Luit. 2e Luit. 55 55 55 55 55 55 55 55 55 55 55 55 55 55

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1881 | | pagina 527