531
voorschrift door zijn onprachtischen zin langzamerhand in vergetelheid
of onbruik geraakt bij de civiele dienst.
Bij punt h wordt ook gesproken van hoogere autoriteiten en collegiën.
Wordt daarmede bedoeld hoogere autoriteiten en hoogere collegiën of wel
hoogere autoriteiten en alle collegiën
Bij punt l der zelfde paragraaf wordt zoo terecht kortheid en
zakelijkheid aanbevolen en het verlangen uitgedrukt, dat alle onnoo-
dige herhalingenplichtplegingenenz. vermeden zullen worden. Hoe
is dit voorschrift te rijmen met het bepaalde bij de punten f, g en h
der zelfde 2° paragraaf of afdeeling? Zijn die bepalingen iets anders
dan plichtplegingen jegens den hoogere? Wat moeten wij anders onder
plichtplegingen verstaan? Alleen de gedurige herhalingen van het
WelEdel- of Hoog Edel Gestrenge of die onophoudelijke betuigingen van
eer, eerlied en beleefdheid of bescheidenheid? Spreekt dat niet van
zelf? De militaire stijl moet uitmunten door kortheid, en toch is er
geene enkele missive, die niet begint of eindigt met de verklaring
\an den afzender, dat het berichten, rapportéeren, aanbieden van
eenig stuk, het gelasten van het een of ander hem eene eer is. Niet
zelden leest men: „Gevolg gevende aan U Hoog Edel Gestrenges ver-
eerende opdracht;" of „Met beleefde referte aan dit of dat;" of
„Ik heb de eer UHEG beleefd te verzoeken." Dat zijn altegaar
plichtplegingen, die vermeden moesten worden; bij sommige chefs
maakt men daarmede effect; men gaat dan door voor vormelijk, terwijl
wij hieraan eene minder vleiende qualificatie zouden geven. Laat het
beleefde van een verzoek of eenige handeling door den vorm der
inkleeding of de wijze van uitvoering blijken, maar niet door het
adjectief. Het woord bescheiden speelt ook zijne rol. Zoodra men
zich van dat woord nu eens als bijwoord dan weer als bijvoegelijk
naamwoord of van het woord bescheidenheid heeft bediend, veroorlooft
men zich wel eens grove hatelijkheden als: „Ilc heb de eer U Wel
Edel Gestrenge bescheiden op te merken, dat Uw oordeel den toets
van juistheid niet kan doorstaan." Zeer beleefd voorwaar! Ook
dergelijke plichtplegingen behooren achterwege te blijven.
Het onaangename of krenkende van dergelijke brieven wordt voor
den mindere niet zelden verhoogd door het woord Geheim boven
aan den brief, onder het nommer te plaatsen, terwijl de ondertee-
34