540 Ik wenschte dus dit middel te zien vervangen door een ander, dat, volgens mijne bescheiden meening, steeds goede resultaten zal afwerpen en waardoor de lust en ijver om goed schutter te worden en te blijven, niet weinig zullen verhoogd worden. Men stelle n. 1. bij elke compagnie een bepaald aantal onderoffi cieren en manschappen, b. v. 20, die aan de gestelde voorwaar den voldaan hebben, tot S.S. aan en geve aan die onderofficieren en manschappen f 0,05 soldij meer per dag. Wanneer nu dit bepaalde getal bereikt is, vormen de overige on derofficieren en manschappen, die eveneens aan de voorwaarden voldaan mochten hebben, eene reserve, worden ook aangesteld tot S. S., maar ontvangen daarvoor geene verhoogde soldij. Indien nu een S.S., in het genot zijnde van de zoo even bespro ken verhoogde soldij, de compagnie verlaat en niet wordt vervangen door een ander, die bij zijne vorige compagnie de zelfde verhoogde soldij had, draagt de compagniescommandant uit zijne reserve den besten schutter voor om in het genot van de verhoogde soldij gesteld te worden. Deze laatste maatregel is bepaald noodig; daardoor toch zullen de andere schutters zien, dat het niet voldoende is, eenmaal in de reserve te zijn opgenomen om op hunne beurt in aanmerking te komen voor de besproken voorrechten, maar dat uit de reserve ook slechts de beste schutters gekozen worden; een prikkel dus om zich steeds op goed schieten toe te leggen. Zij, die dit niet doen, zullen ook nooit een goed S.S. worden en zoodoende blijft men gevrijwaard om, zoo als thans veelal het geval is, alleen S. S. in naam te hebben. Deze, zoomede de verhoogde soldij genietende S.S., die aanhou dend blijken geven van slecht schieten, moeten dus tot eene lagere klasse teruggebracht worden. Een tweede gebrek in ons leger is, volgens mijne overtuiging, dat onze S.S. geene vaste leiding hebben; wel heeft men daar eenigszins in voorzien door bij de bataljons een officier met hunne oefening te Dit getal is gebaseerd op de tegenwoordige sterkte der compagniën. Mocht men er spoedig toe overgaan, die onvoldoende sterkte uit te breiden, dan moet natuurlijk het getal S.S. in evenredigheid toenemen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1881 | | pagina 547