542 van overgang, waardoorde schutter na elk schot op een verderen afstand kan overgaan, zijn reeds te dikwijls in dit tijdschrift bespro ken dan dat ik daarover nog in herhaling wil vervallen. Alleen wil ik nog door een voorbeeld er even op wijzen, hoe onre gelmatig de thans bestaande voorwaarden van overgang zijn, vooral met het oog op den weinigen lust en ijver, die tegenwoordig door de bestaande middelen worden opgewekt. Een schutter 3e klasse b. v. moet op 100 passen 5 treffers, waarvan 4 in de middenschijf, hebben; nu schiet hij zijne twee eerste schoten mis of niet in de middenschijf; de drie laatste schoten hebben dan voor hem, volgens de thans bestaande bepalingen, niet de minste waarde meer; dus is het hem geheel onverschillig, waai de drie laatste schoten terecht komen. De schutters der 2e en 1° klasse, benevens de S.S., die in den herhalingscursus zijn, verkeeren in het zelfde geval; derhalve be hoeft het mijns inziens geen verder betoog, dat deze voorwaarden van overgang verre van de juiste zijn. Geheel andere uitkomsten zou men verkrijgen, indien, zooals ik daareven heb aangehaald, de schutter na elk schot, mits 5 schoten op dien afstand gedaan hebbende, kon overgaan. Ook het prijsschieten (Yb heeft er in aflevering No. 2 van dit tijdschrift, jaargang 1880, al op gewezen) eischt dringende herziening. Als ik mij niet vergis, komt in het Voorschrift betreffende de wapenen en de schietoefeningen, in Nederland in gebruik, niet voor, om boven de 300 passen op een enkel persoon, die in zijne geheele lengte zichtbaar is, te vuren. Ook vindt men in dat zelfde reglement aangegeven, tot hoeverre men op verschillende doelen vuren mag, om nog goede kans van treffen te hebben. Deze opgave zal zeker wel gegrond zijn op de ondervinding, bij de Normaal-Schietschool opgedaan. Ons voorschrift nu spreekt daar in het geheel niet van "VVel vindt men op bladz. 64 aangegeven, op welk punt van het doel men Het staatje op bladz. 68, V. W. en S. kan men niet als zoodanig beschouwen, daar deze uitkomsten onder de gunstigste omstandigheden zijn verkregen. Het ware dus niet kwaad geweest, de gemiddelde uitkomsten ook eens onder gewone omstandigheden bekend te stellen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1881 | | pagina 549