543 op sommige afstanden moet aanleggen om eerie goede trefkans te hebben, maar geenszins tot hoeverre men op sommige doelen mag vuren om nog eene goede kans van treffen te hebben. Wel is in ons voorschrift, zoowel als in het Nederlandsche, als beginsel aangenomen, om boven de 300 passen niet meer op de eenmansschijf te vuren, en dit zal zeker wel gedaan zijn, omdat men boven de 300 pas weinig kans van treffen heeft op de een mansschijf. Hoe is het dus mogelijk, te laten prijsschieten op 400 passen op eene schijf, die zeker niet veel grooter is dan een half onge dekt persoon? Het is dus eigenlijk geen prijsschieten. Het zijn de toevallige treffersdie op dien dag beslissen, hetgeen niet weinig ontmoedigend op de werkelijk goede schutters werkt. Heb ik hierboven eenige maatregelen voorgesteld, die, volgens mijne overtuiging en ook gedeeltelijk volgens mijne opgedane onder vinding, goede uitkomsten moeten opleveren, thans wil ik ook de middelen aan de hand geven om deze op de eenvoudigste en goed koopste manier uitvoerbaar te maken. Aangezien men bij de tegenwoordige wijze van aanmoediging tot het verkrijgen van goede schutters, zoo als het uitbetalen van kleine premiën bij overgangen en f 3 bij aanstelling tot S.S., toch geen baat vindt, schaffe men dit dus af. De eerste door mij voorgestelde maatregel zal per jaar ongeveer kosten f 55845. Er zijn 18 veldbataljons van 4 compagniën72 comp. 10 garnizoens", waaronder de troepenmacht ter Oostkust van Sumatragemiddeld 6 compagniën60 5 garnizoenscompagniën5 4 depotbataljons, gemiddeld 4 compagniën16 Totaal .153 comp. Laat ons aannemen, dat er 20 S.S. per comp. worden aangesteld, die per dag eene verhoogde soldij van f 0,05 genieten, dan is dit 153 X 20 X 365 X f 0,05= f 55845 per jaar. Indien men nu de teruggevonden kogels en ledige hulzen ten

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1881 | | pagina 550