546
dus zou de geheele hier voorgestelde verbetering f 26314 ~j~ ƒ20440
46754 of ongeveer 50000 per jaar kosten.
Dat zal voor een Gouvernement toch wel geen beletsel zijn,
het leger van een groot aantal goede schutters te voorzien, welke
evenzeer noodig zijn als het verlengen van de dracht van ons
wapen in stede van die te verkorten.
De laatste gebeurtenissen in den Transvaal hebben schitterend be
wezen, wat goede schutters vermogen, en daar wij in Indië niet te
doen hebben met individuen, die strijden voor eigen have en goed,
zoo moet men daarin voorzien door aanmoediging met geld.
Wanneer wij dan eenmaal tegenover een buitenlandschen vijand
staan en wij zeer waarschijnlijk eene verdedigende stelling moeten
innemen, dan zal het blijken, dat dit geld niet te vergeefs uitgegeven is.
Ik wijs er nogmaals op, dat men zonder geld niets goed kan
krijgen; het tegenwoordige stelsel van aanmoediging levert weinig of
geene resultaten op. De Infanterie blijft jaar in en jaar uit even
slecht schieten. Men moet dus naar andere middelen uitzien om dit
te verhelpen, en ik heb bij ondervinding gezien, dat soldaten, die, wat
ontwikkeling en gehalte betreft, niet boven die van het Indische leger
stonden, toch uitstekende schutters werden. Waarom zouden dus
onze soldaten ook niet beter kunnen schieten?
Men schaffe dus het tegenwoordige stelsel van opwekken van lust
en ijver, dat toch geene goede resultaten afwerpt, af, geve den schut
ters door middel van vaste instructeurs eene goede opleiding, wekke
bij het schieten concurrentie op door een zeker aantal van de beste
schutters met eene soldijverhooging van f 0,05 per dag te beloonen,
geve den onderofficieren, die S.S. zijn, een paar verguld zilveren
gekruiste geweren en den overigen S.S. gekruiste geweren van ke
melsgaren op den linker arm; en de lust en de ijver zullen van zeiven
volgen en daardoor zal ieder er zich op toeleggen, een goed schutter
te worden en te blijven.
MalangAugustus 1881 I. H. K. Steinmetz,
le Luitenant der Infanterie.