599 van het militair gezag en de inmenging der politieke regeering in militaire aangelegenheden tijdens den Atjelischen oorlog geene wrange vruchten doen plukken en tot voortdurende geschillen tusschen de civiele en de militaire overheid, ten nadeele van het belang en de finantiën van den Staat aanleiding gegeven? "VVas de van civiele zijde gegeven voorstelling, dat het militair gezag tijdens die periode vrij spel had en zijne pretentiën op eene voor de vrijheid der bur gerlijke maatschappij gevaarlijke wijze overdreef, niet geheel in strijd met de waarheid Men bedenke weldat op actie reactie volgt en wanneer het Opperbestuur niet met klem zijn gezag laat gelden, nog meer strijd en een heftiger tegenstand van beide partijen te wachten zijn, die steeds in verbittering zullen toenemen, het militair gezag eindelijk verlammen en de nederlaag daarvan berokkenen. Sa tal van vlugschriften en opstellen, waarin de wederzijdsche be weringen mot meer of minder degelijkheid, soms met verwonderlijke miskenning der waarheid, dikwijls met veel omhaal van schijnge leerdheid werden uiteengezetis hetmet de laatste gebeurtenissen in Atjehgebleken, hoe eene verzoening hoe langer hoe moeilijker wordt en de knoop moet worden doorgehakt! De tegenwoordige politieke toestand schijnt daartoe echter weinig geschikt te zijn. Het gezag is geknakt en de restauratie daarvan heeft tijd noodig om het eene goede, met de eischen des tijds overeenkomende positie te doen innemen. De wijze, waarop de vorige Gouverneur-Generaal zich het beleid der oorlogvoering in Atjeli toekende, was de geheele omverwerping van het beginsel, waarop het militair gezag moet berustengevallen door de eerzucht en de hartstochten van enkelen, die in hunne coups d'essai de zegepraal hunner beginselen zochten. Zoo lang Tndië het ruime veld der vele grepen op kleine of groote schaal blijft, schijnt de tijd voor ernstigen wetgevenden arbeid niet gunstig te zijn; evenmin dus voor de codificatie van het krijgsreclït. De 'klachten over onvolledigheid en onzekerheid der daarop betrek kelijke bepalingen zullen dus nog eenigen tijd aanhouden. Daarbij lette men op het karakter onzer Natie, die, hoofdzakelijk geregeerd en vertegenwoordigd door advocaten, bij de zucht tot codificatie van alles wat daarvoor maar eenigszins vatbaar is, anti-militair wordt genoemd. Van daar, dat Nederland zich nog steeds, in zake het

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1881 | | pagina 606