604
Wij behoeven aan BluntschWs zoo heldere uiteenzetting van het
wezen van het krijgsrecht niets toe te voegen. Zij geldt voor alle
beschaafde en georganiseerde staten.
Wat is de bepaling van oorloc/: in tijd van oorlog, in staat van
oorlog? Men kan die bepaling uit een juridisch, politiek of volken
rechtelijk oogpunt geven. Het Frdnsche krijgswetboek van 1791
zegt: „On sera censé en état de guerreaprès que la
proclamation en aura été faite aux troupes; et en temps de paix,
tout rassemblement de troupes campées ou cantonnées pour former
un camp sera censé être en état de guerre." Het laatste gedeelte
dezer bepaling is hier niet te gebruiken en het eerste onvoldoende, omdat
eene oorlogsverklaring of proclamatie niet altijd plaats heeft. Men
kan een land beschouwen als te zijn in staat van oorlog, zoodra de
Uitvoerende macht de beslissing ter zake van het Wetgevend gezag
bij publicatie door of van wege den Koning heeft bekend gemaakt.
Ook deze bepaling schijnt nog niet voldoende, want zoo wel de
Nederlandsclie als de Indische onteigeningswet zegt: „Hoor oorlog
wordt hier niet enkel openbaar verklaarde oorlog, maar ook het
geval verstaan, waarin vestingen of versterkte plaatsen in staat van
oorlog of beleg zijn gesteld." Wie echter onze voorgaande beschou
wingen met aandacht gelezen heeft, zal ook deze bepaling niet voldoende
vinden. Onzes inziens is het niet mogelijk, eene absolute bepaling te for
muleeren, omdat de beslissing of er oorlog is dikwijls zal moeten
afhangen van bijzondere omstandigheden, die aan het oordeel van
het Uitvoerend gezag moeten worden overgelaten. Oorlog is in het
algemeen de toestand, waarin twee of meer volken verkeeren, zoo
dra besloten iseen tusschen hen bestaand geschil door de wapenen
te beslissen. Eene gewapende interventie, het bezetten van een
deel van het grondgebied van een onafhankelijken staat tegen
zijn wil, zelfs al trekt die staat zonder strijd terug, is eene
daad, een toestand, een staat van oorlogook al geeft de diplo
matie daaraan eene andere benaming. Maar zelfsal bestaat er
geen geschil tusschen een of meer onafhankelijke staten, zoo is
toch een staat van oorlog zeer goed denkbaar. Men denke slechts
aan het geval van een gewapenden opstand of burgerkrijg. Wen-