608
zake het complot dier militairen, de artikelen 282 tot en met 294
der „Rechtspleging bij de landmacht" konden toepassen. Die krijgs
raden waren dus krijgsraden in eene belegerde of berende plaats
zoodat ten gevolge van die ordonnantie het appèl en de kennisname
der processtukken door het Hoog Militair Gerechtshof uitgesloten
waren en de vonnissen, voorzien van het fiat executie, door den
Generaal De Brauwna pronunciatiedadelijk werden ten uitvoer
gelegd, waardoor de belhamels der oproerlingen te Samarang vijf
tien dagen en die te Willem I negentien dagen na den opstand of
het ontdekken van het complot aan den galg hingen. Vormelijk
werd echter Samarang tijdens dien zoo gevaarlijken opstand niet in
staat van beleg verklaard en bleef er de Resident ter plaatse, waar
zich ook toen een Generaal-Majoor bevond, met het hoogste gezag
bekleed. Eene vormelijke in staat van belegstelling der vesting
Willem I was toen van minder belang, omdat de hoogste verte-
genwooidiger van het civiel gezag, toen een controleur der 1° klasse,
buiten de vestingte Ambarawa, zijne standplaats heeft en er, behalve
dames en vrouwen, een auditeur-militair, een kastelein der officiers-
societeiteen cantinebaas, ofhciersbedienden en dwangarbeiderszich
geene niet-mïlitairen in of dicht bij de vesting ophouden, waardoor
de vestingcommandant (de Kolonelcommandant der Infanterie) toen
met de bepalingen der ordonnantie van 18 Augustus 1860, K° 77
met genoeg klem handelend kon optreden. Wanneer echter in Atjeli
na de invoering van het civiel bestuur, de toestand wederom zoo
danig mocht worden, dat de toepassing van wapengeweld dringend
noodig blijkt te zijn, dan is het te hopen, dat de Regeering er niet
voor terug zal deinzen, aldaar den oorlogstoestand te doen afkondi
gen of wanneer Kota-radja en omstreken even als in Juni 1878
door den inval van Habib Abdoel Backman wederom bedreigd mocht
worden, den militairen commandant te machtigen, den staat van beleg
te proclameeren. Het is toch geen gezonde toestand, dat in die
omstandigheden het militair gezag noch op den voorgrond mag
treden, noch met het hoogste gezag belast worden.
V il men het bepaalde bij artikel 48 van het Regeeringsreglement
goed doen uit\oerendan moet ook in de bezittingen buiten Java