54 De aanval heeft sprongsgewijze plaats tot op 300 a 400 pas voor de vijandelijke stelling. Het openen van liet vuur wordt door den B.-C'. geregeld, waartoe hij de voorgeschreven signalen laat blazen. De oudste kapitein is eomman- mandaiit der tirailleurlinie, de daarop volgende commandant dor soutien linie. Beiden werken in onderling verband, waarbij de commandant der soutienliuie steeds ondergeschikt is aan dien der tirailleurlinie. De soutiens volgen op 250 passen achter de tirailleurlinie of zooveel verder of dichter als de omstandigheden dit noodig of noodzakelijk zullen maken. De hoofdtroep volgt op 400 pas achter dé soutienlinie en blijft opgesteld in compagniescolonne achter de beide vleugels der tirailleurlinie. De tirailleurlinie bereikt zoo snel mogelijk den afstand van het werkzaam geweerschot (300 a 400 pas) des vijaiuls en begint aldaar het voorberei dende vuur op dezen af te geven. Zoo veel mogelijk wordt van elke dekking gebruik gemaakt. In open terrein zal men reeds op 600 a 700 pas een langzaam vuur openen en sprongsgewijze vooruitgaan tot op boven bedoelden af stand. In open terrein moeten de soutiens ook eenc linie formeeren, ten einde bij het vooruitgaan onder het werkzaam vijandelijk vuur zoo woinig mogelijk verliezen te lijden. 3. Zoodra de werking van het vijandelijk geweervuur grooter wordt, wordt do tirailleurlinie versterkt door een gedeelte der soutiens en stellen deze laatsten zich op 100 pas achter de tirailleurlinie op, om daar, waar het noodig is, de tirailleurs door hun vuur krachtig te ondersteunen. Tegelijkertijd marcheert de hoofdtroep tot op 200 a 300 pas achter de linie vooruit, ten einde de openingen in de linie des noods aan te vullen' oen overmacht van vuur op het aanvalspunt te verkrijgen of om eene flank van de tegenpartij te laten omvatten. 4. Zoodra het vijandelijk vuur vermindert en bij de tegenpartij ver warring ontstaat, dan wel dat de B.-C'. het oogenblik tot den aanval gunstig oordeelt, doet hij voor eenige oogenblikken het massavuur afgeven, waarbij hij den hoofdtroep in de tirailleurlinie laat rukken, om daarna door den stormloop den beslissenden slag toe te brengen. Moet het bataljon zelfstandig optreden, dan houdt het eene compagnie achter als reserve. Deze volgt den hoofdtroep op een afstand van 500 a 800 pas zonder aan het gevecht deel te nemen, en beweegt zicht achter het midden dan

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1881 | | pagina 61