622 V. Residentie PeJccdongan. Op de ld. K. vinden wij een „rijweg" (overgebracht in de taal der E. K. als „weg per as bruikbaar"): 1°. tusschen Sragi en Bodjong, gelegen aan den weg van Wira- desa naar Kadjen; 2°. tusschen Djetisten zuiden van Bodjong en Gondanggele gen aan den weg van PeJccdongan naar Karang-anjar derhalve eene nagenoeg rechtstreeksche verbinding tusschen de districtshoofdplaatsen Sragi en Kedoeng-woeni (lees: Gedoeng-woeni). De E. K. maakt van deze wegen geen gewag. Yan het gebergte, gelegen in het oostelijk gedeelte der residen tie, ten noorden van den grooten postweg, dat in den top PriJcso de niet onbeduidende hoogte van 366 M. bereikt, vermeldt de E. K. hoegenaamd niets. YI. Residentie Banjoemas. De E. K. schrijft Banjoemaas. Singomertoeene kleine desa, die den zelfden naam draagt als het district, waarin het ligt, wordt op de E. K. ten onrechte als districtshoofdplaats aangegeven. Ook in de afdeeling Tjilatjap is eene districtshoofdplaats te veel. Yoor het in deze afdeeling gelegen Pagedingan en D/a-yaloehoer leze men: Pegadingan en Da/aloehoer. Ter loops zij hier aangeteekend, dat in den loop der laatste 25 jaren het tijdvakwaarin de militaire opmetingen op Java plaats hadden de indeeling der gewesten niet overal de zelfde is gebleven. Yan daar dan ook soms de verschillen tusschen den A. en de R. K. De E. K. schijnt echter in dit opzicht een amalgama van oud en nieuw te zijn. YII. Residentie Bagelen. Men vindt in dit gewest bevestigd, wat wij zoo even hebben gezegd. Men vergelijke de indeeling op de R. K. met die in den A. De E. K. vermeldt, gelijk dat be hoort, de nieuwe indeeling. De rawah bezuiden Gombong heet op de R. K. Baba Bojomaar op de E. K, Tambcdc Bojo. Is dit het zelfde? De E. K. zoude o. i. aan duidelijkheid niets verloren hebben, indien het stroomgebied, dat bij de moewara Tjintjing goeling ein digt, eenigszins gedetailleerder geteekend ware geworden. Op de O. E. K. is dat wel geschied. Thans komt men in verzoeking, de

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1881 | | pagina 629