634 overgebleven waren, bleek het, dat dit getal uiterst gering was. De meeste personen, aan wie de ezels gegeven waren, hadden de over- tuiging verkregen, dat zij weinig tegen het Indisch klimaat bestand en spoediger vermoeid waren dan de Inlandsche paarden, die meer konden dragen; terwijl de verzorging der ezels met meer moeite ge paard ging, omdat zij, ter voorkoming van huidziekten, altijd zeer schoon gehouden moesten worden. Met het oog daarop werd eene verdere uitzending van ezels uit Nederland gestaakt. De proef', die tot 1843 duurde, kan dus als volkomen mislukt worden beschouwd. De muildieren, die vele jaren later bij de Indische Bergartillerie in dienst werden gesteld, kwamen uit Zuid-Amerika Buenos Ayres) Syriè en Noord-China. Hoe zij voldoen, is genoeg bekend. Onder de andere plannen, welke bedacht zijn om het transportwezen te verbeteren, mag dat om olifanten als lastdieren te gebruiken, niet vergeten worden. In 1844 verleende de Indische regeering machtiging om gedurende twee jaren in de tegenwoordige residentie Benkoelen eenige olifanten en een 20 -tal dwangarbeiders ter beschikking te stellen van een controleur bij het Binnenlandsch bestuur. In 1850 bracht die ambtenaar zijn rapport over de olifanten uit. Van 18441850 waren van 11 olifanten 8 gestorven. In 1849 stierf ook de temmer, zoo dat, toen de dwangarbeiders te bevreesd waren, alleen in de nabij heid dezer dieren te komen, de proeven met olifanten niet langer voortgezet konden worden. Ook aan den Gouverneur van Sumatra's- westkust, waren met het zelfde doel olifanten gegevenBeiden beweerden in hunne adviezen, nadat de noodige proeven waren genomen, dat de olifant nimmer als transportmiddel in Nederlandsch-Incliè zal te gebruiken zijn. De Indische Legercommandant, de Hertog van Sa xen-Weimar, was evenwel eene andere meening toegedaan. Hij was van meening en wij gelooven te recht dat de mislukking der proeven moest worden toegeschreven aan de ondoelmatige wijze, waar op zij genomen waren. Zeer juist wees de Hertog op de belangrijke diensten, welke de olifant aan het Britsche militair transportwezen op het vaste land van Aziè en op Ceijlon bewijst. Hij was van oor deel, dat het niet onmogelijk moet zijn, de olifanten van Sumatra Zie de Beknopte Overzichten" der Artillerie sedert 1863. Zie o. a. jaargang' 1880 van dit tijdschrift,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1881 | | pagina 641