636 pen der kameelen maakt deze dieren tot een onbetaalbaar kunststuk der schepping in de woestijn. Maar al die eigenschappen zijn nut teloos in het vruchtbare Indië. In de woestijn is voor elk lastdier weinig eten ol drinken hoofdzaakin Indië denkt men minder daaraan. In de woestijn beweegt zich alles op effen terrein; in Indië doet zich het tegenovergestelde voor. De in 1849 bij de 3° Balische expeditie opgedane ondervinding- bracht den Hertog van Saxen- Weimar er toe, nieuwe en uitgewerkte voorstellen aan de Regeering te doen ontwerpen omtrent het militair transportwezen. IN a vooraf het nadeel te hebben doen uitkomen om voor expeditiën een groot aantal koelies mede te nemen, bespreekt de Hertog het pikolpaard. Volgens zijn oordeel is dit te zwak en te klein. Zeer ingenomen was hij met de ezels en muildieren, die hij in Egypte had gezien. Deze dieren worden uit Nubië en Abys- sinië naar Kaïro gebracht. De Hertog vermeende misschien te recht dat eene paring van Nubische of Abyssinische ezelhengsten met Javasche of andere Indische merriepaarden goede muildieren te verkrijgen zouden zijn. Hij liet verder uitwerken op welke wijze, bij den aankoop van die ezels, zoo voordeelig mogelijk, behoorde te wor den te werk gegaan. Men moest ruilhandel in den waren zin des woords drijven, zoo als dat nog altijd gedeeltelijk wordt gedaan door onze naar het eiland Soemba gezonden commission van officieren tot aankoop van remontepaarden. Een schip behoorde, met Indische goederen, linnens, lakens, enz. geladen, naar Egypte te worden ge zonden, met eene commissie aan boord, die tegen ruiling voor den inkoop van ezels moest zorg dragen. Ten einde bedrog, wanbeta ling, enz. te voorkomen, moest de hulp van het Nederlandsch con sulaat in Egypte worden ingeroepen. Met klem wees de Hertog in zijn uitgewerkt plan er op, dat het mislukken van de eerste proef met ezels enkel en alleen moest worden toegeschreven aan de toe zending van ezels uit Nederlandeen land waar deze dieren reeds verbasterd zijn. "VVat er op de voorstellen van den Hertog gedaan is, weten wij niet. Men heeft ons medegedeeld, dat zij niet bij de Indische regeering zijn ontvangen. De plannen van den Hertog van Saxen-Weimar zouden echter niet vergeten worden. Het was de kundige Kolonel der Indische

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1881 | | pagina 643