637
Artillerie Dr J. C. Van Eijneveld, die zich aan eene algeheele uit
werking dier planuen wijdde. De slotsom zijner beschouwingen was:
1. Dat de overplanting en naturalisatie van de beste ezelrassen,
met het doel den ezel als lastdier en transportmiddel voor het leger
te gebruiken, weinig kansen tot welslagen aanbiedt, waarbij echter
niet uit het oog moet worden verloren, dat dit oordeel gebaseerd is
op de vroeger met Nederlandsche ezels genomen proeven.
2. Dat daarentegen de overplanting en naturalisatie van de beste
ezelrassen, met het doel de fokkerij van muildieren te bevorderen,
daaruit de noodige stoetezels te trekken, niet alleen nuttig, maar zelfs
noodig zal zijn; welk oordeel gebaseerd was op de gelukte proeven
van een Europeeschen grondeigenaar op Java, die van het eerste
transport ezels uit Nederland enkele goede muildieren heeft gefokt.
3. Dat het muildieruit goed stambloed voortgesproten, vele kan
sen voor eene goede naturalisatie op Java en tevens, ten aanzien
van het nuttig effect, veel goed voor het doel zijner overplanting
belooft, maar dat ook een voldoende uitslag der ezelfokkerij daarmede
in nauw verband zal staan.
Het doel, dat Kolonel Van Eijneveld beoogde, was tweeledighij
wilde in de eerste plaats de muildieren bij de Artillerie als trekdieren
en in de tweede plaats voor pikolpaarden gebruiken. Het vermoeden,
dat ze voor dat doel bij de Indische bereden Artillerie zouden te
gebruiken zijn, was gebaseerd op de gunstige resultaten, die met
dergelijke bespanningen bij het Fransche leger in Algerië verkregen
waren. Het nemen van eene tweeledige proef en deze tot andere
veefokkerijen uit te strekken was naar het oordeel van den Kolonel
door gewichtige staat- en landhuishoudkundige beweegredenen alleszins
gewettigd. Vooral destijds werd en niet ten onrechte geklaagd
over den achteruitgang der veestapels. De voorstellen van Van
Eijneveld werden niet gedeponeerd. Niet zonder belang waren de
beschouwingen van derden daarover. Zoo had men gezien, dat in
1844 ter Sumatra1 s-westkust ossen voor lastdieren werden gebruikt,
waarvan de meeste echter stierven, zoodat men spoedig van dit, vol
gens sommigen, uitmuntend transportmiddel moest afzien. Men
Zie hieromtrent en hetgeen over het Britsch-Indisch militair transportwezen word
gezegd o, a. Temple: „India in 1880" [Indisch Militair Tijdschrift, 1881],