638 geloofde niettemin, dat Bengaalsche ossen beter voor trek- en last- dieien te gebruiken zijn dan Javasche en Madoereeschezoodat men in overweging gaf, Bengaalsche stieren en koeien in te voeren. Een transportpark, geschikt om in de vlakten van Java te worden gebruikt, behoorde daarvan te worden opgericht, waaraan even als bij stoe- teiijen, fokkerijen, veestapels, enz. kundige veeartsen toe te "voegen. Als geschikte klimaten voor ezelfokkerijen werden genoemd dat \au het gebergte tusschen Kediri en Pasoeroean, alsmede dat van öamarang, Magelang en Oengaran. Het was de Generaal-Ma- joor Penning Nieuwlandeen der sieraden van het oude Indische leger, die de voorstellen van Van Bijneveld aan de Regeering in diende. Daar de resultaten van de eventueel in te voeren stoeterijen tot aanfokking van muildieren eerst over jaren te verkrijgen waren, deed die Generaal het voorstel om al dadelijk in de behoefte te voor- zien door aankoop van pikolpaarden. De Kolonel Van Rijneoeld moest later zijne denkbeelden omtrent het transportwezen nog eens ontwikkelen en voorstellen doen omtrent hetgeen aanvankelijk op kleine schaal uitsluitend in het belang van het pikolpaard als transportmiddel voor het leger zou dienen te worden gedaan. Wat het resultaat van deze opdracht is geweest en welke beschikkingen door de Indische regeering werden genomen, weten wij niet. Eene grootere rol hebben de koelies in de geschiedenis van het Indisch militair transportwezen gespeeld. Wat men onder koelies hebbe te verstaan, zal later van zelf blijken. De vestingarbeid te Willem I gaf het sein tot het in dienst nemen van vaste koelies, tot het denkbeeld eener organisatie van koeliécorpsenwaarover zeer veel geschreven is. Vooral van 1848 dateeren plan en denkbeeld. Aan den resident van Kadoeden Heer Van Hogendorykomt vooral de eer toe, dat hij de Regeering op de vele ongerechtigheden bij dien vestingarbeid opmerkzaam maakte. De bouw der vesting ving aan in den bloeitijd der koloniale politiek, onder het régime van de Gou- Zie o. a. Monitor: „Indische militaire belangen; V. eeno militaire stoeterij." 1875. Men raadplege de „Verhandelingen ran het Bataviaasch Gen ootschap van kunsten en wetenschappen" vóór 1830 en de mededeelingen en opmerkingen van E. De Waal 'n het „Indisch Magazijn," jaargang 1844, over de verbeteringen der middelen van vervoer op Java.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1881 | | pagina 645