639 verneurs-Generaal Van den Bosch en Baud. Op machtiging van den Commissaris-Generaal werd o. m. bij besluit van den Gouverneur- Generaal ad interim van 19 Juli 1833, N° 3: „Eerstelijk: De resident van Kadoe aangeschreven om, te beginnen met 1 Augustus a. s. [dus 12 dagen later, waarvan toen minstens 4 dagen voor de overzending van den last] twee honderd koelies daags te zenden naar Amharawater dispositie van den officier, met de werken aldaar belast. Ten tweedeBepaald, dat aan gemelde koelies zal worden verstrekt een katti rijst, een twintigste pond zout, vrije huisvesting en daaren boven vijf cent daags". Maar wij kunnen nog andere voorbeelden aanhalen uit dien goeden ouden tijd. Bij Gouvernements-besluit van 8 Juni 1834, N° 6 werd de resident van Samarang aangeschreven om ter beschikking van den officier der Genie, belast met den ophouw der citadel van Samarang„dagelijks te doen leveren: vijfhonderd koelies of zoo veel meer, als zonder nadeel voor andere diensten kan nen worden afgezonderdmet bepaling, dat aan de manschappen, gebezigd wordende aan de vestingwerken te Samarang, zal worden betaald, als: aan de mandoors 25 en aan de koelies 15 cent daags". En Generaal Weitzel durfde in zijne verheerlijking van den Ge neraal Merkus de Koek beweren, dat- men bij aankomst der „ex peditionaire colonne" in Indië (1827) geene werkkrachten genoeg had om op één punt voor 3000 man troepen „in zoo weinig tijd als er beschikbaar was" kazernes en daarbij bekoorende accessoires te bouwen, „zonder de bevolking buitengemeen te drukken en de uitgaven aanzienlijk te verhoogen"; want volgens het dislocatieplan van den Generaal De Koek handelende, zoude men „eene belangrijke besparing van uitgaven verkrijgen en den landbouw nergens belem meren". Wel zeker! Wat veel geld kostte werd in heerendienst verricht en de rotan zorgde, dat er goed gewerkt werkt. Er heerschten zelfs onder het bestuur van de Gouverneurs-Generaal De Eer ens en Merkus ten bate van dien vestingarbeid nog oud-kolo niale denkbeelden omtrent het „mijn en dijn". Zoo zond b. v. het Militair departement bij missive van 30 November 1839, N° 5 eene Zie S. Van Deventer, Bijdragen tot de kennis van het landelijk stelsel op Java enz.'* 3 dln. 1866 [Militair Tijdschrift, jaargang 1877], Monitor„Indische militaire belanden, enz", II. De Indische Brigade,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1881 | | pagina 646