645
het gezag, eene opinie te verkondigen, veel minder te verdedigen,
die in strijd was met gevoelens van den lioogere in rang. Dagbladen
en tijdschriften bestonden er niet of slechts in een hoogst beperkt
aantal en die er waren, werden of onder strenge censuur gehouden
of beneden het middelmatige geredigeerd. Genietingen, die een onder
zulke omstandigheden somber of cynisch geworden gemoed konden
opvroolijken en tot vrede met zich zeiven stemmen, waren er niet
en die men zocht, grof zinnelijk of slechts tegen hooge prijzen, dus
alleen voor de gezegenden in den lande, verkrijgbaar. Wij zouden
deze schets van het Indië van voorheên kunnen vervolledigen en
voltooien, maar laten dit achterwege, omdat het elders reeds voldoende
en, wat meer zegt, meesterlijk gedaan is.
Een leger staat niet op zich zelf. Het moge zijne militaire traditiën
ongeschonden bewaren, zijn kastegeest zuiver houden, het maakt een
deel uit der groote maatschappij. Zijne jongeren komen daaruit
voort, zijne ouderen keeren daarin terug. Het gevoelt in het algemeen
wat die maatschappij gevoeltalleen moet het beter den plicht der
zelfverloochening en toewijding kennen, dat het van jongs af geleerd
wordt, zonder welke geen leger, zelfs door de kracht van het geld,
bijeen te houden is; want geen staat, geen volk is er, dat zóó veel
geld bezit om, uitgaande van het zuiver staathuishoudkundig beginsel
een goed arbeider moet goed worden betaald [gelijke monniken, gelijke
kappen] eene voldoende strijdmacht behoorlijk te bekostigen en
geruimen tijd te gebruiken. Wat niet betaald kan, moet door iets
anders vergoed worden; maar het is niet voldoende, dat men voor
iets stoffelijks een onstoffelijk aequivalent zoekt en gevonden heeft,
men moet iets scheppen, waardoor hij, die de wapenen draagt, zich,
even als de priester der zoogenaamde alleen zaligmakende kerk,
langzamerhand en meer en meer kan vereenzelvigen met het begrip, dat
zoodanig aequivalent voor liem voldoende is. Dat moest de tucht,
de krijgstuchtdoen, eene teere plant, die, hij den jeugdigen recruut
te beginnen, met veel zorg gekweekt moet worden. Daarom zeide
Alfred De Vigny in zijn „Servitude et Grandeur Militaires":
„L'abnégation du guerrier est une croix plus lourde, que celle du martyr.
II faut l'avoir portee longtemps pour en savoir la grandeur et le
poids". Yoor hen, die uit een volk komen, dat tot dit begrip opge-