647 - het moederland vellen. Daaraan .was ook het leger, het Indisch officierscorps, onderhevig. Billijk was dat oordeel niet, maar het was te vergeven. Naast eene overdreven bewondering van sommige daden onzer officieren b. v., had men de meest scheeve voorstelling omtrent hunne gemiddelde waarde. Het stond nu eenmaal als een paal boven water, dat het Indische leger wel veel energie aan den dag legde en tegenover den vijand wonderen van dapperheid verrichtte, maar overigens in het vredesleven weinig uitvoerde, hetgeen dan ook dooi de warmte bijna bovenmenschelijk was, en daarom meer aan de be kende ronde tafel in de sociëteit en als gevolg daarvan op het terrein der beslechting van de quaestiën van eer dan in de zalen der we tenschappelijke vereenigingen en op het terrein van studie en onder zoek gevonden werdeene voorstelling, even slecht als die, welke zich velen nog omtrent Parijs en de Parijzenaars maken. De officieren lieten dan ook op dat terrein weinig van zich hooren en wat men hoorde was niet altijd degelijk. Maar kon dat aan hen persoonlijk geweten worden of wel aan den toestand, waarin zij de beste jaren huns levens verkeerden, als gevolg van een isolement, op den koop toe kunstmatig bevorderd door een stelsel van bestuur, waarvan men niet genoeg kwaad kan spreken, en dien zij overigens met de geheele Indische maatschappij gemeen hadden? En welk een verschil met den toestand, waarin de officieren in Nederland ter zelfder tijd ver keerden! Wij zullen uit gevoel van kieschheid en pieteit, achting en vriendschap, het betoog, dat zijn de vergelijkingen, achterwege laten. "Wij zullen geene namen noemen, noch geschriften, over ge lijksoortige onderwerpen handelende, die in de zelfde perioden in Ne derland en Indiè verschenen, met elkander vergelijken; want die vergelijking zou niet ten voordeele van het Indische leger uitvallen. Maar, nog eens, men wijte dit niet aan het Indisch officierscorps. In 1839 vaardigde de Indische regeering een verbod uit om „iets over militaire aangelegenheden, zonder hare tusschenkomst, door de drukpers in het licht te geven"! Dat zoo iets in 1839 nog verboden werd, is voor ons thans bijna ongelooflijk. Zóó legde men de officiereu aan banden. Wie in het bezit is der volledige verzameling gedrukte Circulaires van het Militair Departement sedert 1817 en der officieele uitgave van de Algemeene orders sedert 1830, kan zien, hoe men

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1881 | | pagina 654